Samenvatting

Financieel beeld

Begrotingssaldo en Algemene reserve

*De piek in 2022 is ontstaan door het laten vrijvallen van € 69,4 mln uit de bestemmingsreserve Begrotingssaldo 2024-2031  ten gunste van het begrotingssaldo in 2022 bij de kadernota 2022. Dit zijn middelen die incidenteel ingezet kunnen worden

Begrotingssaldo en Algemene reserve jaarschijf 2022
Het begrotingssaldo was voor de jaarschijf 2022 € 82,9 mln na verwerking van de meerjarige effecten van de najaarsnota 2021. Door de mutaties in de Begroting 2022 daalt het begrotingssaldo met € -16,3 mln. Per saldo is in de jaarschijf 2022 dan sprake van een incidenteel voordelig begrotingssaldo (overschot) van € 66,6 mln.  In overeenstemming met het huidig beleid wordt het nog niet ingezette begrotingssaldo verrekend wordt met de algemene reserve, deze stijgt in 2022 dan ook met € 66,6 mln naar € 156.9 mln. Zonder de buffer weerstandvermogen van € 30 mln is dit € 126,9 mln.

Begrotingssaldo en Algemene reserve in de periode 2022-2036

2022-2026
Er zijn op de korte termijn incidentele middelen beschikbaar, onder andere veroorzaakt door overschotten in het verleden en de vrijval van de bestemmingsreserve Begrotingssaldo 2024-2030. Maar structureel is er weinig ruimte. Dit is terug te zien in het begrotingssaldo deze daalt fors in de periode tot en met 2027. Dit komt door de keuze om tot en met 2027 een basis budget op te nemen voor de in de kadernota 2022 geconstateerde krimpende budgetten. Tegelijkertijd wordt er ruimte gelaten aan volgend colleges om keuzes te maken.

Na 2027
Na 2027 loopt het begrotingssaldo weer sterk omhoog. De oorzaak hiervan is dat er na 2027 nog geen keuzes gemaakt zijn met betrekking tot welke beleidsuitvoering doorloopt en met hoeveel middelen deze in de begroting worden opgenomen. Onderhoud is onvermijdbaar en zal altijd om structurele dekking blijven vragen.
Dat na 2027 veel van de beleidsonderwerpen en beheer & onderhoud doorlopen die nu opgenomen zijn in de periode 2024 - 2027 lijkt onvermijdelijk, met hoeveel middelen dat is nog de vraag. Met een stippellijn is aangegeven hoe het begrotingssaldo eruit zou zien als de gemaakte keuzes voor de komende 6 jaar doorlopen na 2027. Het begrotingssaldo zou dan meerjarig op een tekort van € 15 mln uitkomen. In het mutatie overzicht begrotingssaldo is met een - aangeven welke reeksen hiervoor zijn meegenomen.

Het begrotingssaldo is het verschil tussen de geraamde baten en lasten in een bepaald jaar. Deze overschotten of tekorten worden verrekend met de algemene reserve. Het begrotingssaldo geeft aan of er op de lange termijn sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht. Het begrotingssaldo mag tijdelijk negatief zijn, dit tekort op het begrotingssaldo wordt dan gedekt uit de vrije ruimte van algemene reserve. Dit kan alleen zolang er vrije ruimte is in de algemene reserve is. Het begrotingssaldo is te beïnvloeden door te sturen op de baten en/of de lasten. Zie ook hoofdstuk lange termijn, lasten en baten.

In de manier waarop de provincie met de begroting omgaat worden begrotingsoverschotten en –tekorten verrekend met de Algemene reserve (dit geldt overigens niet voor de ‘gesloten’ begrotingsprogramma’s groen en mobiliteit, waarbij overschotten en tekorten worden verrekend met betreffende bestemmingsreserves).
Hierdoor neemt de Algemene reserve toe bij een voordelige ontwikkeling van de begroting en af bij een nadelige ontwikkeling. In de (door PS vastgestelde) financiele verordening wordt voorgeschreven dat de Algemene reserve minimaal € 30 mln moet bedragen, als buffer voor onvoorziene gebeurtenissen. Alles boven die € 30 mln in de Algemene reserve wordt aangeduid als “vrije ruimte”.

Omdat in de Algemene reserve de begrotingsoverschotten worden gespaard, ook die van het verleden, kan het zijn dat de vrije ruimte in een bepaald jaar hoger is dan het begrotingssaldo van dat jaar.

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2021 10:03:28 met de export van 11/17/2021 09:58:19