Begrotingssubsidies 2022 in vergelijking met 2021 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2021 | Kadernota 2022 | Begroting 2022 | Maximaal te subsidiëren 2022 |
---|---|---|---|---|---|
5.1 | Faunabeheer eenheid Zuid-Holland | 480.000 | 480.000 | 480.000 | |
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon | 5.000.000 | 3.000.000 | 3.000.000 | |
5.1 | Zuid-Hollands landschap t.b.v. Kadijk-West | 350.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Bovenlanden | 285.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden | 1.600.000 | |||
5.1 | Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard t.b.v. bijdrage in de opstartkosten | 150.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurbeheer Collectief Krimpenerwaard t.b.v. het natuurbeheer op de provinciale gronden | 2.115.000 | 2.115.000 | ||
5.1 | Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden t.b.v. Natura 2000 gebied De Haeck | 800.000 | |||
5.1 | Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden t.b.v. verbeteren waterkwaliteit Bodegraven-Noord | 1.900.000 | |||
5.1 | Staatsbosbeheer t.b.v. natuurverbinding in de Zuidpolder en polder Abessinië | 4.500.000 | |||
5.1 | Zuid-Hollands Landschap DGM t.b.v. weidevogelvrijwilligers | 75.000 | |||
5.1 | Stichting Zuid-Hollands Landschap t.b.v. actieplan weidevogels ondersteuning vrijwilligers | 600.000 | |||
5.1 | Hoogheemraadschap van Rijnland t.b.v. bodemcoaches | 25.000 | |||
5.1 | Nationaal Park Hollandse Duinen t.b.v. uitvoering samenwerkingsovereenkomst | 282.000 | |||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. nieuw bestemmingsplan en initiatieven recreatieve ontwikkelingen | 500.000 | 500.000 | ||
5.2 | Coöperatie Hoeve Biesland BA t.b.v. Boeren voor Natuur | 139.422 | 120.000 | 120.000 | |
5.2 | Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland t.b.v. het project Duin- en Bollenstreek Kloosterschuur-Trappenberg-uitleglocatie | 192.215 | |||
5.2 | gemeente Gouda t.b.v. Nationaal Kennis- en Belevingscentrum Bodemdaling | 670.000 | |||
5.2 | Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) t.b.v. een regiodeal bodemdaling project Groene Hart | 194.500 | |||
5.2 | Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling (NKB) t.b.v. regiodeal project Deelexpedities Stad | 100.000 | |||
5.2 | Provincie Utrecht t.b.v. regiodeal project Grondwater weten meten en sturen | 12.500 | |||
5.2 | Stichting Weids Bloemendaal t.b.v. regiodeal project bodemdaling polder Bloemendaal | 119.000 | |||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project boeren met perspectief Nieuwkoop | 193.600 | |||
5.2 | Provincie Utrecht t.b.v. regiodeal project versterken van dialoog transitie via onderwijs | 55.000 | |||
5.2 | Stichting Deltares t.b.v. het project GHRIB | 219.956 | |||
5.3 | Gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 175.000 | 100.000 | 100.000 | |
5.3 | Gemeente Den Haag t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 115.000 | |||
5.3 | Stichting Nieuw-Holland t.b.v. Zuid-Hollands kunst initiatief verkenningsfase | 100.000 | |||
5.3 | WUR/ vakgroep milieutechnologie t.b.v. project Aquaconnect | 75.000 | |||
5.3 | Gemeente Katwijk t.b.v. Limes Bubble Barrier | 150.000 | |||
Totaal | 18.558.193 | 600.000 | 5.715.000 | 6.315.000 |
Toelichting begrotingssubsidies 2022
De begrotingssubsidie aan Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon voor een bedrag van € 3.000.000 (beleidsdoel 5.2)
De provincie heeft in 2006 van het Rijk in het kader van de Planologische Kern Beslissing Plan Mainport Rotterdam (‘De 2e Maasvlakte) de opdracht gekregen om een circa 600 hectare groot natuur- en recreatiegebied in de gemeente Albrandswaard te ontwikkelen: Het Buijtenland van Rhoon. De provincie heeft daartoe een taakstellend geïndexeerd budget van het rijk ter beschikking gesteld gekregen. Het is de bedoeling dat de realisatie en het beheer van dit gebied door het gebied zelf, in de vorm van een gebiedscoöperatie, wordt uitgevoerd. Hiertoe is een streefbeeld opgesteld en heeft de provincie een samenwerkingsovereenkomst met de Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon afgesloten. Hierin is bepaald dat de gebiedscoöperatie het streefbeeld zal realiseren. De subsidie is bedoeld voor:
- Uitvoeringskosten van projecten en initiatieven ten behoeve van de realisatie van natuur, natuur inclusieve landbouw en recreatie zoals omschreven in het streefbeeld Buijtenland van Rhoon.
- Beheervergoedingen
- Organisatiekosten
Het overgrote deel van de activiteiten worden uitgevoerd vanuit de boekjaarsubsidie. Dit betreft de structurelere werkzaamheden van de gebiedscoöperatie. Een aantal zaken zal projectmatig worden opgepakt en daarvoor zal een projectsubsidie aangevraagd worden. Het plafond hiervoor wordt via een apart formulier aangevraagd. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in Beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, Beleidsprestatie 5.1.1 Natuur. De maatschappelijke baten zijn: Beleidsprestatie 5.2.1 Natuur.
Er zijn alternatieven overwogen. Echter provincie is geen eigenaar van de grond waarop het beheer plaats moet vinden. Hierdoor is subsidie het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 3.000.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Stichting Natuurbeheer Collectief Krimpenerwaard t.b.v. het natuurbeheer op de provinciale gronden voor een bedrag van € 2.115.000 (beleidsdoel 5.1)
In de Krimpenerwaard wordt circa 2.250 ha van het Natuur Netwerk Nederland (NNN) gerealiseerd, gecombineerd met een bijpassend robuust en duurzaam watersysteem in het kader van de KRW en het tegengaan van bodemdaling. Een deel van de NNN-gronden, naar verwachting ca. 780 ha, zijn of komen naar verwachting eind 2021 in provinciaal eigendom. Om versnippering van beheer te voorkomen, heeft de provincie in het gebiedsproces de wens neergelegd dat er één beheerorganisatie komt voor het NNN Krimpenerwaard: één loket voor alle gebruikers / beheerders en één aanspreekpunt voor de provincie. De provincie is in dat geval bereid de provinciale gronden binnen de natuuropgave voor langere termijn beschikbaar te stellen aan dit beheercollectief. Dit heeft in oktober 2020 geleid tot de oprichting van de stichting Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard (NBC). Dit is een unieke organisatie in Nederland, waarbij natuur en landbouw zijn verenigd in één organisatie. Voor de periode van zes jaren (2022-2027) zal de provincie een begrotingssubsidie aan het NBC verstrekken ten behoeve van het natuurbeheer op de provinciale gronden. Grondslag voor de subsidie is een beheerovereenkomst. Deze beheerovereenkomst bevat afspraken over het beheer conform een beheerplan, over monitoring en over de op termijn te bereiken natuurkwaliteit. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen voor natuurbeheer in Beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, Beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: behoud en ontwikkeling van (agrarische) natuurgebieden en landschappen waardoor de biodiversiteit niet meer achteruitgaat. Beleidsprestatie 5.1.1 Natuur
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Een subsidie blijkt juridisch het meest passend, om de volgende redenen:
- De kosten worden niet volledig vergoed. De provincie betaalt niet de ‘commerciële’ kostprijs, het subsidiepercentage is conform de landelijk geldende vergoedingsnormen voor natuurbeheer;
- De provincie schrijft niet voor op welke wijze de activiteit uitgevoerd moeten worden, het collectief heeft vrijheid;
- De subsidie moet aangevraagd worden (eenzijdige rechtshandeling). Het is geen verplichting; Er worden geen derde (commerciële) partijen benadeeld als er geen aanbesteding plaats vindt.
- Het gaat om grondgebonden maatregelen, dat maakt dat alleen de zakelijk gerechtigde van de gronden (eigenaar/ pachter) de activiteiten kan verrichten.
- Rechtsbescherming bij subsidie is laagdrempelig (twee wegenleer), ook voor belanghebbende derden;
- Het is een stimuleringsbijdrage ter ondersteuning van provinciaal beleid.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 2.115.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. nieuw
bestemmingsplan en initiatieven recreatieve ontwikkelingen voor een bedrag van € 500.000 (beleidsdoel 5.1)
De provincie heeft in 2006 van het Rijk in het kader van de Planologische Kern Beslissing Plan Mainport Rotterdam (‘De 2e Maasvlakte) de opdracht gekregen om een circa 600 hectare groot natuur- en recreatiegebied in de gemeente Albrandswaard te ontwikkelen: Het Buijtenland van Rhoon. De provincie heeft daartoe een taakstellend geïndexeerd budget van het rijk ter beschikking gesteld gekregen. Het is de bedoeling dat de realisatie en het beheer van dit gebied door het gebied zelf, in de vorm van een gebiedscoöperatie, wordt uitgevoerd. Hiertoe is een streefbeeld opgesteld en heeft de provincie een samenwerkingsovereenkomst met de Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon afgesloten. Hierin is bepaald dat de gebiedscoöperatie het streefbeeld zal realiseren. De meer structurele maatregelen om het streefbeeld te realiseren worden via een boekjaarsubsidie aan de gebiedscoöperatie beschikbaar gesteld. Daarnaast zijn een aantal projectmatige activiteiten voorzien zoals een eventuele follow up van het huidige project ten behoeve van het nieuwe bestemmingsplan en initiatieven om recreatieve ontwikkelingen mogelijk te maken in daarvoor vrij komende opstallen. Voor die projecten is
dit bedrag bedoeld. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, Beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: Beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen, de werkzaamheden komen ten goede aan het gebied en niet direct aan de PZH. Subsidie is het meest geëigende instrument
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 500.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer zandmotor voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 5.3)
De uitvoering van toezicht op strandveiligheid is geen wettelijke taak van de provincie.
De provincie heeft zich echter door ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Strandbewaking en Toezicht Zandmotor in ieder geval t/m 2021 verplicht tot financiering van de hiervoor benodigde activiteíten uit het daarvoor bestemde Beheerbudget. In het kader van deze SOK werden zowel exploitatie – als investeringskosten van de reddingsbrigades gesubsidieerd.
Het voornemen is om vanaf 2022 voor meerdere jaren een afgeslankte SOK aan te gaan met SOK-partners, waaronder met gemeente Westland en reddingsbrigades, waarbij door de provincie alleen nog de exploitatiekosten van de betrokken twee reddingsbrigades worden vergoed voor een bedrag van € 100.000 per jaar. Andere SOK-partijen zullen dan de eventuele investeringskosten van de reddingsbrigades op de zandmotor voor hun rekening moeten nemen.
De dekking hiervan is ten laste van de OVP Zandmotor (beheerfonds Zandmotor).
De maatschappelijke baten zijn: Beleidsprestatie 5.3.1 Waterveiligheid. Het bevorderen van de strand- en zwemveiligheid op en rond de Zandmotor door ondersteuning van de reddingsbrigades binnen de gemeente Westland.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Echter de provincie doet dit voor de veiligheid van alle strandgasten. Hiermee dient het een algemeen doel. De provincie is geen eigenaar van het strand en wordt ook geen eigenaar van het strand. Gelet op de hiervoor genoemde punten is subsidie het geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2022 in vergelijking met 2021 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Maximaal te subsidiëren 2021 | Kadernota 2022 | Begroting 2022 | Maximaal te subsidiëren 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | 1.6.21 | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) | 55.000.000 | 55.000.000 | 55.000.000 | |
5.1 | 1.6.68 | Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 | 5.995.000 | 2.860.000 | 2.860.000 | |
5.1, 5.2 en 7.2 | 1.6.76 | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 | 11.585.000 | 8.795.000 | 8.795.000 | |
5.2 | 1.6.69 | Uitvoeringsregeling POP 3 Zuid-Holland | 15.500.000 | |||
Totaal | 88.080.000 | 66.655.000 | 66.655.000 |
Toelichting boekjaar- en projectsubsidies 2022
Voor 1.6.21 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL) een subsidieplafond van € 55.000.000 (beleidsdoel 5.2)
Voor het behoud van de biodiversiteit in Zuid-Holland werkt de provincie Zuid-Holland aan de realisatie en behoud van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Voor het realiseren van natuur middels zelfrealisatie door eigenaren van agrarische grond bestaat de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013. Ook kunnen voor bestaande natuurgebieden via deze subsidieregeling een kwaliteitsimpuls gefinancierd worden, bijvoorbeeld het optimaliseren van weidevogelkerngebieden. Omdat er in 2022 verwacht wordt dat een aanzienlijk aantal zelfrealisatoren subsidie zullen aanvragen, is het aangevraagde subsidieplafond relatief hoog. De dekking wordt gevonden in doel 5.2 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Natuur. Er zijn alternatieven overwogen, maar het gaat hier om gebieden die niet in de eigendom zijn van de provincie. Subsidie is daarom het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het subsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 55.000.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.68 Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 een hoofdsubsidieplafond van € 2.860.000 (beleidsdoel 5.2)
Voor hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer een plafond van € 1.860.000.
Veel natuurwaarden zijn afhankelijk van een bepaalde vorm van beheer, zoals begrazing, maaien of het verwijderen van houtige vegetatie. Het beheer wordt uitgevoerd door diverse terreinbeheerders, particulieren en andere overheden. In een groot deel van het natuurnetwerk kunnen zij aanspraak maken op provinciale beheersubsidie vanuit de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016. De subsidie wordt verstrekt in tijdvakken van zes jaar. Niet iedere beheerder heeft hetzelfde aanvangsjaar van de subsidiebeschikking en daarmee loopt er jaarlijks een deel van de subsidiebeschikkingen af. Om het natuurbeheer te kunnen continueren wordt voor het areaal dat afloopt wederom subsidie opengesteld. Daarnaast kan een beheerder voor nieuw gerealiseerde natuur ook beheersubsidie aanvragen. Tevens zijn per 2021 de subsidiebedragen per hectare natuur hoger dan eerdere jaren. Vanuit het Programma Natuur, een landelijk programma voor natuurherstel en ontwikkeling vanuit de aanpak stikstof, zijn extra financiële middelen beschikbaar om de beheervergoeding per hectare natuur te verhogen. Voorheen kregen beheerders 75% van de gemiddelde kosten van het beheer, per 2021 is dat opgetrokken naar 84%. De dekking wordt gevonden in doel 5.1 Gezonde Natuur. Op basis van het Natuurpact en de afspraken in het kader van het landelijke Programma Natuur komen er hiervoor middelen in het provinciefonds. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling uit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Natuur. Er zijn alternatieven overwogen, maar het gaat hier om gebieden die niet in de eigendom zijn van de provincie. Subsidie is daarom het meest geëigende instrument .
Hoofdstuk 3 Agrarisch natuur- en Landschapsbeheer een plafond van € 1.000.000.
Omdat het grootste gedeelte van het open graslandgebied in agrarisch gebruik is, broedt een groot deel van de weidevogelpopulatie in de graslanden buiten natuurgebieden. Om agrariërs te stimuleren de bedrijfsvoering aan te passen op de aanwezige broedvogels en opgroeiende kuikens wordt de inkomstenderving en extra arbeid gesubsidieerd via het agrarisch natuurbeheer. Agrarische collectieven coördineren dit. Vanuit het landelijke Aanvalsplan Grutto komen extra middelen voor beheer vrij om in 2022 te starten met het verder optimaliseren van het agrarische natuurbeheer in een aantal weidevogelgebieden. Aangezien de huidige subsidiebeschikkingen formeel tot eind 2025 lopen zal de uitbreiding van het beheer ook formeel tot dan lopen. Echter, per 2023 zal het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in gaan waardoor naar alle waarschijnlijkheid de lopende subsidiebeschikkingen zullen worden stopgezet en er nieuwe subsidies vanaf 2023 zullen gaan lopen. Het beheer voor weidevogels zal daarin gecontinueerd en naar verwachting nog verder versterkt worden. De dekking wordt gevonden in doel 5.1 Gezonde Natuur. Op basis van de afspraken in het kader van het landelijke Aanvalsplan Grutto komen er hiervoor middelen voor de provincies beschikbaar. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling grotendeels uit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Natuur. Er zijn alternatieven overwogen maar het gaat hier om beheer op gronden van derden. Subsidie is derhalve het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het hoofdsubsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 2.860.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.76 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 een hoofdsubsidieplafond voor een bedrag van € 8.795.000 (beleidsdoel 5.1, 5.2 en 7.2) ; Deze verhoging is als volgt verdeeld:
Voor § 2.1 Ganzenrustgebieden (beleidsdoel 5.2) een deelplafond van € 130.000
Subsidie kan worden verleend voor het nalaten van de verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden gedurende de periode van 1 november tot 1 april. De activiteit leidt tot een min of meer aaneengesloten ganzenrustgebied gedurende de periode 1 november tot 1 april. Het doel daarbij is verhoging van het aantal ongestoorde foerageermogelijkheden voor overwinterende beschermde inheemse ganzen in twee ganzenrustgebieden. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen voor natuurbeheer in Beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, Beleidsprestatie 5.1.3 Faunabeheer.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Natuur. Er zijn alternatieven overwogen voordat deze regeling landelijk is opgesteld en ingevoerd. Omdat het hier niet gaat om grondgebied van de provincie zelf maar om vergoedingen aan terreineigenaren voor het niet verjagen is subsidie het meest geëigende instrument.
Voor § 2.2 Agrarische structuurversterking voor de grondgebonden landbouw (beleidsdoel 5.2) een deelplafond van € 200.000
De urgentie van een toekomstbestendige landbouw is de laatste jaren toegenomen. Om een vitale en toekomstbestendige sector te behouden lijkt een ingrijpende verduurzaming van de landbouw en het landgebruik noodzakelijk. In lijn met de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw wordt de voorgaande subsidieregeling voor kavelruil (Subsidieparagraaf agrarische structuurversterking) beter aangesloten op de ambities voor vitale landbouw en het
versnellen van en opschalen naar kringlooplandbouw. Kavelruil is in deze nieuwe regeling geen doel op zich maar een middel in de verduurzaming van de landbouw. Kavelruil is een middel in het gebiedstraject, waarbij ook andere doelen behaald moeten worden zoals verbetering biodiversiteit, waterkwaliteit, ontwikkeling weidevogelgebied en extensivering van de landbouw.
De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen in Beleidsdoel 5-2 Toekomstige Landbouw, Beleidsprestatie 5.2.1 Vitale Landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.1 Vitale landbouw. Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat de provincie geen eigenaar is, is subsidie de enige optie.
Voor § 2.6 Ecologische verbindingen en NNN-gronden (beleidsdoel 5.1) een deelplafond van € 1.500.000
Subsidie kan worden verleend voor het verwerven van grond en het inrichten van grond ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingen. Door het aanleggen van ecologische verbindingen worden verschillende gebieden van het Natuurnetwerk in Zuid-Holland met elkaar verbonden. Hierdoor kunnen dieren en planten nieuwe leefgebieden bereiken of bestaande populaties versterken. De dekkingsbron van deze subsidie is het Natuurnetwerk Nederland. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: Voor de subsidieverlening staat als maatschappelijk belang het behoud en ontwikkeling van natuur en biodiversiteit bovenaan. Daarnaast kunnen meerdere belangen tegelijk in het geding zijn en een motivatie zijn om verbindingen aan te leggen, zoals:
- vergroten waterbergend vermogen,
- vergroten mogelijkheden voor recreatie, en
- verhogen woonkwaliteit, wervend woonmilieu
Het alternatief voor het instrument subsidie is zelf als provincie de uitvoering ter hand nemen (of afzien van realisatie). Er is voor deze subsidie gekozen omdat het realiseren van ecologische verbindingen juist vaak in combinatie met andere ruimtelijke opgaven opgepakt kan worden. Het verlenen van een subsidie is daarom in veel gevallen effectiever dan dit als provincie zelf ter hand te nemen.
Voor § 2.7 subsidie ingevolge artikel 10 Natuurbeschermingswet 1998 (beleidsdoel 5.1) een deelplafond van € 35.000
Subsidie kan worden verleend aan een zestal beheerders voor het doen en laten van beheermaatregelen in een gebied dat valt binnen Natura 2000 en viel onder de voormalige Natuurbeschermingswet 1998. De afspraken zijn er op gericht om de natuurwaarden in de gebieden in stand te houden en verder te ontwikkelen. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur, beleidsprestatie 5.1.1 Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.1.1 Natuur. Er is voorafgaand aan het maken van de paragraaf in de regeling onderzocht welke mogelijkheden er waren. Opdracht bleek niet de juiste weg, de provincie is geen eigenaar van de gronden. Derhalve is subsidie het geëigende instrument. Op de meeste van deze locaties is aansluiten bij SNL (subsidie natuur en landschapsbeheer) nu niet mogelijk. De subsidie aanvragers hebben de grond niet in eigendom en dit is een voorwaarde voor het aanvragen van SNL-beheersubsidie. Dit kan ook niet via de grondeigenaar worden georganiseerd. In combinatie met de afspraken uit het Natura 2000 beheerplan voor dit gebied willen we kijken of aanpassing van de subsidieregeling wenselijk en mogelijk is. Op de locatie waar (theoretisch gezien) het aanvragen van SNL subsidie wel mogelijk is hebben we hier recent een gesprek met de eigenaar over gevoerd. We zijn aan het bekijken of aansluiten op de SNL voor deze locatie mogelijk en wenselijk is.
Voor § 2.9 Boerenlandpaden (beleidsdoel 7.2) een deelplafond van € 40.000
Voor de groen- en waterbeleving in Zuid-Holland is de afgelopen jaren geïnvesteerd in een fijn vertakt provinciaal wandelroutenetwerk. Een deel van dit netwerk loopt over boerenland, de zogenaamde boerenlandpaden. Om deze toegang mogelijk te maken is toestemming nodig van de grondeigenaren en zijn er kleine voorzieningen nodig, zoals loopplanken over slootjes en hekoverstapjes. Ook is vaak een frequenter maairegime nodig. De openstellingscontracten met de agrariërs hebben een looptijd van 7 jaar. Om de continuïteit van de openstelling van deze boerenlandpaden ( particuliere gronden) te borgen is het van belang dat deze contracten ( alsmede nieuwe contracten) kunnen worden verlengd. Boerenlandpaden zijn van groot belang voor het provinciale wandelroutenetwerk De dekking in de begroting vindt plaats onder beleidsprestatie 7.2.1 - Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie – Provinciale middelen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7.2.1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Er zijn alternatieven overwogen voor het instrument subsidie. Echter de provincie sluit niet zelf de contracten met de agrariërs af. Daarom is subsidie het meest geëigende instrument.
Voor § 2.11 Kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk jo artikel 2.11.2 eerste lid, onder b, van de Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016: beheer en onderhoud van ruiter- en menpaden (beleidsdoel 7.2) een deelplafond van € 110.000
Bij de behandeling van de Begroting 2018 hebben de Staten motie 743 aangenomen die ziet op ‘’meer ruiters in het groen’. Met het ruiter- en menpaden plan wordt uitvoering gegeven aan deze motie, waarmee de mogelijkheden voor paardrijden in het buitengebied sterk worden verbeterd. Fase 1. richt zich op een kwaliteitsverbetering, groot onderhoud, van bestaande ruiterpaden. Terrein beherende instanties kunnen na het groot onderhoud, gebruik maken van een subsidie voor het reguliere onderhoud van de opgeknapte ruiterpaden.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7.2.1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Er zijn alternatieven voor het instrument subsidie overwogen zoals opdrachtverlening. Omdat PZH geen eigenaar is, is subsidie het meest geëigende instrument.
Voor § 2.11 Kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk (beleidsdoel 7.2). Voor de onderdelen Sport en Recreatie via openstellingsbesluiten te verdelen deelplafond van € 4.680.000
De provincie zet in op een gezonde en aantrekkelijke buitenruimte (leefomgeving) die geschikt is voor en uitnodigt tot bewegen, sporten en recreatie. We stimuleren de bereikbaarheid en toegankelijkheid van openbare sport- en recreatievoorzieningen, zodat zoveel mogelijk Zuid-Hollanders hier gebruik van kunnen maken, wat bijdraagt aan een gezonde, weerbare en vitale bevolking. Wij richten ons hierbij op de ongeorganiseerde sport, recreatie en participatie, zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7.2.1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat de provincie geen eigenaar wenst te worden is subsidie de enige optie.
Voor de onderdelen Boerenlandvogels/Icoonsoorten (beleidsdoel 5.2) via openstellingsbesluiten te verdelen deelplafond van € 2.100.000
Door het inwerkingtreding van de Wet Natuurbescherming zijn sinds 1 januari 2017 de provincies verantwoordelijk voor de bescherming van en zorg voor in het wild levende plant- en diersoorten. Hieronder valt o.a. de bescherming van kwetsbare en/of bedreigde dier- en plantensoorten, ook buiten de natuurgebieden. De provincie Zuid-Holland vult deze taak in door middel van het instrument icoonsoorten. Icoonsoorten zijn plant- en diersoorten die kenmerkend zijn voor Zuid-Holland. Het kan gaan om algemene soorten die voorkomen binnen steden, maar ook om zeldzame soorten in natuurgebieden. De provincie heeft 40 icoonsoorten aangewezen die een goede representatie vormen van de natuur van Zuid-Holland: als het leefgebied van deze icoonsoorten op orde is binnen de provincie, dan gaat het goed met de Zuid-Hollandse natuur. De insteek is hierbij dat de natuur van Zuid-Holland in volle breedte profiteert van maatregelen die worden genomen ten faveure van deze icoonsoorten (‘paraplu-functie’). Voorjaar 2019 is het Actieplan Boerenlandvogels aan PS aangeboden. Dit plan heeft een looptijd tot 2027 en bevat de acties en maatregelen die nodig zijn om de achteruitgang van de boerenlandvogels in Zuid-Holland te stoppen en om te buigen in een toename. In 2019 - 2021 is een start gemaakt met de uitvoering van het Actieplan. In 2020 en 2021 is via de SRG al ruim € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor investeringen in verbetering van het biotoop van weide- en akkervogels. Het gaat hierbij onder andere om het verbeteren van het waterpeil en om het aanleggen van kruidenrijk grasland. In overleg met de betrokken organisaties (de TBO's, BoerenNatuur Zuid-Holland/agrarische collectieven, De Groene Motor (weidevogelvrijwilligers) zal worden bezien welke onderdelen van het Actieplan we via de SRG zullen uitvoeren. Mogelijkheden daarvoor zijn een nieuwe openstelling voor investeringen in inrichting, maar andere onderdelen van het Actieplan hebben onder andere betrekking op een verbeterde monitoring, betere communicatie/afstemming tussen verschillende beheerders, kennisuitwisseling en het uitvoeren van maatregelen ter vermindering van predatie. Al deze onderdelen dragen bij aan het behoud van de boerenlandvogels. Bij de GS-retraite hebben GS zich voorgenomen om voor de komende zes jaar 2 mln. vrij te maken voor biodiversiteit. Dit subsidieplafond wordt gedekt vanuit de betreffende middelen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5.2.2 Bevorderen Biodiversiteit. Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat de provincie niets geleverd krijgt maar de resultaten ten goede komen aan het gebied, is subsidie de enige optie.
Voor onderstaande paragrafen in de subsidieregeling Groen 2016 worden nul plafonds vastgesteld. Voor deze paragrafen wordt er in de begroting 2022 geen plafond opgenomen of dit in een later stadium wel zal gebeuren zal later besloten worden.
Voor § 2.5 Betrokkenheid groen en natuur jo artikel 2.5.1 1ste lid onder a, een deelplafond van € 0
Voor § 2.5 Betrokkenheid groen en natuur jo artikel 2.5.1 1ste lid onder b, een deelplafond van € 0
Voor § 2.8 Innovatieve Pilots Groene Cirkels een deelplafond van € 0
Voor § 2.10 Initiatieven voor Vtiale Landouw een deelplafond van € 0
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het hoofdsubsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 8.795.000 en deze op te nemen in de begroting.