Uitvoering van het grondbeleid in 2022
Op bijgaande kaart staan de belangrijkste projecten waaraan de provincie in 2022 een bijdrage zal leveren op het gebied van verwerving van gronden. Deze zijn verdeeld naar projecten op het gebied van infrastructuur en groen en daarnaast zijn overige gebiedsontwikkelingen vermeld. De programma’s en projecten waarbij de provincie gronden overdraagt of verkoopt, zijn niet op deze kaart maar wel in de toelichting opgenomen.
Bron: Cartografie provincie Zuid-Holland.
Infrastructuurprojecten
In 2022 worden voor infrastructuurprojecten, waaronder het fietsprogramma, gronden aangekocht. Een aantal (middel)grote projecten is op de bovenstaande kaart weergegeven.
De verwerving van gronden voor realisering van de Rijnlandroute, een gemeenschappelijk Rijks- en provinciaal project, is vrijwel afgerond. In verband met planaanpassingen lopen er nog enkele verwervingen. In 2022 zal verder worden gegaan met verkoop van gronden (‘overhoeken en/of werkterreinen’) die niet of niet meer nodig zijn voor het project. De provincie faciliteert de grondaankopen, sloop van enkele gebouwen en de verkoop van niet of niet meer benodigde gronden voor provinciale doelen zoals infrastructuur. Daarnaast is de grondverwerving voor de aanleg van bijvoorbeeld de Bentwoudlaan, de N215, N211 en N214 een forse opgave. De overige verwervingen vinden plaats voor aanpassingen van de infrastructuur zoals Groot Onderhoudsprojecten, aanleg P+R voorzieningen en R-Net. Voor de projecten N207 en Steekterbrug zoals vermeld op de kaart wordt nog gewerkt aan afronding van een enkel dossier en verkoop van overhoeken,
De grondverwerving voor infrastructuur vindt altijd plaats op basis van volledige schadeloosstelling. Indien noodzakelijk gaat de provincie over tot onteigening. Voor de projecten N211, N215 en N223 is een administratieve onteigeningsprocedure gestart. Deze procedure is ook van toepassing op de Rijnlandroute.
Bij infrastructuurprojecten wordt de (financiële) planning en voortgang uitgewerkt via het Programma Zuid-Hollands Infrastructuur (PZI). Grondverwerving en verkopen maken hier deel van uit.
Natuur Netwerk Nederland (NNN)
Ten behoeve van de beleidsrealisatie van natuur (NNN) zijn in 2022 overeenkomsten noodzakelijk. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- sluiten van zelfrealisatieovereenkomsten met ondernemers die binnen hun bedrijf de gestelde natuurdoelen combineren met agrarisch ondernemen;
- aankopen al dan niet met als uiterste mogelijkheid om tot onteigening over te gaan. Indien besloten is om het onteigeningsinstrument in het uiterste geval in te zetten biedt dat ook de mogelijkheid om een schadeloosstelling te bieden;
- doorleveren van grond aan de terreinbeheerder in eigendom, erfpacht of pacht.
De realisatie van de NNN vindt grotendeels via 4 programma’s plaats:
- Krimpenerwaard;
- Gouwe Wiericke;
- Natuur Netwerk Zuid-Holland (ecologische verbindingen en overige gebieden);
- Leenheerenpolder.
Krimpenerwaard
De realisatie van de NNN in de Krimpenerwaard vindt plaats door de stuurgroep Krimpenerwaard (gemeente en hoogheemraadschap) in opdracht van de provincie. De provincie levert capaciteit aan het programmabureau en verzorgt ook de grondverwerving.
Zelfrealisatie wordt inmiddels toegepast in de Krimpenerwaard op basis van de zogenaamde instrumentenkoffer.
De stuurgroep Krimpenerwaard is opdrachtgever voor het maken van afspraken met ondernemers over de te realiseren natuur binnen hun bedrijf, de inzet van subsidiemiddelen en het beschikbaar stellen van (extra) grond. De provincie heeft een ‘makelaar natuurinclusieve landbouw’ aangesteld, die de afspraken met de ondernemers voorbereidt. Naar verwachting zal dit instrument ook in andere gebieden, waar natuurontwikkeling- en beheer hand in hand kan gaan met ondernemen, worden toegepast.
De gemeente is in het kader van de versnelling van de realisatie van de NNN in de Krimpenerwaard in 2019 de administratieve onteigeningsprocedure gestart. Op 29 oktober 2020 is het Koninklijk Besluit geslagen (16 november 2020 gepubliceerd). In het Koninklijk Besluit zijn alle nog niet verworven gronden binnen de natuurbestemming ter onteigening aangewezen.
Het bestemmingsplan Natuurgebieden Veenweiden Krimpenerwaard, vormt de basis voor de onteigeningsprocedure. Omdat voor titel IV (onteigening op basis van bestemmingsplan) is gekozen, dient het bestemmingsplan onherroepelijk te zijn alvorens tot dagvaarding (juridische onteigening) kan worden overgegaan.
Het bestemmingsplan is voor het grootste deel op 12 mei 2021 onherroepelijk geworden. Dat betekent dus dat daadwerkelijk tot onteigening kan worden overgegaan. De partijen (11 dossiers) die geen zelfrealisatie van natuur ambiëren zullen zo snel mogelijk worden gedagvaard. Partijen waarmee de mogelijkheid van zelfrealisatie wordt onderzocht krijgen meer tijd. Ten aanzien van die partijen (20 dossiers) wordt de juridische onteigeningsprocedure eind 2021 gestart, indien er voor dat moment geen ondertekende uitvoeringsovereenkomst ligt. De procedure en afhandeling van de grondverwerving voor deze grondeigenaren loopt daarmee door in 2022. Doel is om uiteindelijk alle grond beschikbaar te hebben voor inrichting van het gebied waarmee ook in 2022 wordt gestart.
Met enkele partijen (5) is in de afgelopen periode (tot 1 augustus 2021) een uitvoeringsovereenkomst voor zelfrealisatie overeengekomen, deze partijen worden dus uit de onteigening gehouden.
Inmiddels is er in 2020 een NatuurbeheerCollectief (NBC) opgericht met als doel één loket te vormen voor de provincie voor alle partijen die gronden beheren. Daarnaast gaat het NBC in 2022, op basis van een 6 jarige pachtovereenkomst met de provincie, de provinciale gronden beheren. Het NBC gaat deze gronden in onderpacht uitgeven aan belangstellenden uit het gebied. De gronden blijven dus eigendom van de provincie.
De uitvoering van inrichtingswerkzaamheden wordt vanaf 2022 ter hand genomen. Na uitvoering worden de provinciale gronden, waarschijnlijk via een erfpacht, overgedragen aan een beheerder. Dit zal via een nog vast te stellen openbare procedure worden gedaan.
Gouwe Wiericke
In het programma Gouwe Wiericke zijn ook gesprekken over zelfrealisatie en enkele kopen / verkopen / ruilovereenkomsten aan de orde. De provincie verwerft, ruilt en verkoopt gronden, in deelgebieden en in combinatie met Natuurmonumenten. Voor het jaar 2021/2022 staan nog een tweetal grondruilingen gepland in Meije graslanden. Verder wordt er gekeken naar de laatste te verwerven hectares (circa 85 hectare) binnen het programma Gouwe Wiericke. Gedeputeerde Staten zullen op verzoek van de gebiedscommissie enkele besluiten nemen, zowel in 2021 als in 2022 voor het wel of niet mogen verwerven met volledige schadeloosstelling voor de verwerving van deze restopgave (circa 85 hectare). Hiermee worden robuuste aaneengesloten gebieden gerealiseerd en daarmee komt de realisatie van de opgave van het aantal hectares nieuwe natuur, binnen Gouwe Wiericke, binnen bereik.
In 2022 zal een begin zijn gemaakt met het baggerproject van Westveen, waarvoor een deel van de natuurgronden aankoop Noordse Buurt zal worden ingezet.
Extra aandacht komt er voor de opstartende gebiedsprocessen binnen Gouwe Wiericke die geïnitieerd worden vanuit het stikstof- en bodemdalingsopgave, waarin zo mogelijk ook de grondverwerving van de nog resterende opgaven zal worden meegenomen.
Natuurnetwerk Zuid-Holland
In 2021 is het Handelingskader NN-ZH door GS en PS vastgesteld. De besluit bevat de aanpak, verwervingsstrategie en financiering van de overige NNN-opgave in de provincie Zuid-Holland. Het gaat daarbij om circa 900 hectare natuur en ecologische verbindingszones. Er zal voor deelgebieden met partners een realisatiestrategie worden opgesteld aan de hand van de beschikbare instrumenten (zelfrealisatie, verwerving, ruil en overdracht). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ervaringen met het programma Veenweide. Het programma waarin alle overige NNN-projecten zijn ondergebracht, zal de komende jaren een forse opgave van de grondinstrumenten vragen. In het Handelingskader is het instrument volledige schadevergoeding/onteigening opgenomen en kunnen ook ruilgronden worden verworven. Het gehele programma NNN dient in 2027 conform afspraak met het Rijk te zijn gerealiseerd. In 2021 en 2022 wordt gewerkt aan een verwervingsstrategie (per deelgebied) en waar zich kansen voordoen wordt ingezet op concrete aankopen.
Leenheerenpolder
In 2019 is duidelijk geworden dat de Leenheerenpolder Natura 2000 blijft. Over de status zijn afspraken met het Rijk gemaakt en vervolgens zijn er plannen voor het gebied met de regio gemaakt (groen in combinatie met een woning-bestemming). In 2020 is een start gemaakt met de selectie van de eindbeheerder (inclusief publicatie van het voornemen) die met de planvorming aan de slag gaat. In 2021 is de eindbeheerder Natuurmonumenten geselecteerd via de openbare procedure om met het gebiedsproces aan de slag te gaan. De afspraken worden vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst. Gedurende het gebiedsproces zal nader worden bepaald wanneer de overdracht van de gronden, op basis van marktconforme prijs, zal plaats vinden. De verwachting is dat dit niet voor 2023 zal gebeuren.
Buttervlietpolder
De openbare verkoop (DBM: Design, Built, Maintain) van de Buttervlietpolder heeft in 2020 plaatsgevonden, maar heeft niet geleid tot gunning. Totdat besloten is over het vervolg wordt het gebied via natuurpacht tijdelijk beheerd.
Recreatie om de Stad (RodS) en Provinciale Recreatiegebieden (PRG)
De meeste zogeheten Recreatie om de Stad-gebieden (RodS) en ook de meeste Provinciale Recreatiegebieden (PRG’s) zijn overgedragen aan mede-overheden. Naar verwachting resteren per 1 januari 2022 nog 5 gebieden waar de provincie (deels) eigenaar van is. Voor de Louisa- en Cannemanspolder wordt eigendomsoverdracht aan de gemeente Dordrecht in 2022 verwacht, voor de overige gebieden zijn er nu geen voornemens om tot overdracht over te gaan.
Voor wat betreft het Recreatiegebied Vlietland is een groot deel van de grond in erfpacht gegeven aan de exploitant in het gebied (Recreatiecentrum Vlietland B.V.), waarbij in de erfpachtakte onder andere voorwaarden zijn gesteld over de exploitatie, het beheer en ondererfpacht van het gebied. Voor de gronden die eind 2019 in erfpacht zijn gegeven ten behoeve van de realisatie van de vakantiewoningen in Vlietland zullen naar verwachting in 2022 diverse werkzaamheden plaatsvinden. Daarbij is de erfpachter verantwoordelijk voor de werkzaamheden op het in erfpacht gegeven gebied en de provincie voor de uitvoering van een aantal overeengekomen werkzaamheden op grond waarvan de provincie volledig eigenaar van is, zoals het omleggen van een deel van de infrastructuur.
Weidevogelprogramma
In 2019 is het Actieplan Boerenlandvogels vastgesteld/ Dit actieplan bevat allerlei acties die nodig zijn om de weidevogelstand in Zuid-Holland te verbeteren. Eén van de onderdelen is de inzet van grondeigendom van de provincie Zuid-Holland (circa 200 ha) buiten de NNN. Ook in 2021 worden de aangewezen hectares in ‘weidevogelbeheer’ uitgegeven. In 2021 is de vrijwillige kavelruil in de Zoetermeerse Meerpolder afgerond waardoor 28 ha aaneengesloten weidevogelgebied is ontstaan. In 2021 is gestart met de voorbereiding van een vrijwillige kavelruil in de Zuidpolder van Delfgauw. De verwachting is dat de vrijwillige kavelruil in 2022 wordt afgerond.
Bos en bomenbeleid
In het collegeprogramma is afgesproken om een bos- en bomenbeleid op te stellen. In dit kader wordt ook gekeken naar beschikbaarheid van provinciale gronden. Er worden geen aankopen verwacht, wel wordt in 2022 onderzocht of en hoe provinciaal grondeigendom hiervoor kan worden ingezet.
Buijtenland van Rhoon
Op 29 juni 2018 is de Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon opgericht en op 3 juli 2018 hebben Gedeputeerde Staten het Streefbeeld vastgesteld. Hiermee zijn belangrijke stappen gezet in de realisatie van het Buijtenland van Rhoon. De provincie en de Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Hierin zijn onder andere afspraken opgenomen over het ter beschikking stellen van door de provincie verworven grond aan de Gebiedscoöperatie. Daarnaast is afgesproken dat de provincie verantwoordelijk blijft voor de grondverwerving. Grondeigenaren behouden op deze manier de mogelijkheid om tegen een volledige schadeloosstelling te vertrekken. Inmiddels heeft de provincie over de aankoop van ruim 341 hectare overeenstemming bereikt met partijen in het gebied. Deze grond zal conform het bepaalde in de samenwerkingsovereenkomst, nadat deze vrij van (voortgezet) gebruik is, ter beschikking worden gesteld aan de Gebiedscoöperatie om het Streefbeeld met leden en derden te realiseren. In 2022 stelt de provincie naar verwachting bijna 240 hectare in het plangebied beschikbaar aan de Gebiedscoöperatie voor verwezenlijking van de doelen uit het Streefbeeld. Op dit moment loopt het proces om te komen tot een nieuw bestemmingsplan dat de realisatie van het Streefbeeld mogelijk maakt. De gebiedscoöperatie moet de maatregelen uit het Streefbeeld voor eind 2026 hebben gerealiseerd.
Opgave stikstof
In 2020 zijn Rijk en provincies gestart met een maatregelenpakket om de stikstofdepositie in N2000-gebieden te reduceren. Provinciale Staten hebben in maart 2021 de Uitvoeringsagenda stikstof vastgesteld. Deze aanpak bevat een gebiedsgerichte aanpak (GGA) en een sectorale aanpak via actielijnen (o.a. landbouw en natuur). De aanpak voorziet in een bronneneffecten-analyse per N2000-gebied en vervolgens het vaststellen van een maatregelenpakket. Grondinstrumenten maken onderdeel uit van het maatregelenpakket zowel in de GGA en in de actielijnen. Op 3 november 2020 is de gerichte opkoopregeling piekbelasters door LNV opengesteld (1e tranche). Deze regeling wordt door de provincies uitgevoerd. Op 26 januari 2021 heeft GS besloten over de aanpak in Zuid-Holland waarbij gekozen is voor een gerichte benadering van de 9 piekbelasters in Zuid-Holland.
Deelname is gebaseerd op vrijwilligheid en onder strikte voorwaarden. Zo moet de piekbelasting op een N2000 meer dan 2 mol/ha/jaar zijn. Deze regeling bevat opkoop van productierechten en/of gebouwen en/of grond en vervolgens vervreemden van gebouwen en grond binnen een gebiedsgerichte aanpak en ruimtelijke bestemming.
In 2021 zijn alle piekbelasters benaderd en er is geringe belangstelling voor de regeling. De inschatting is dat er geen overeenkomsten worden gesloten in 2021. Eind 2021 wordt de 2e tranche opengesteld (in verruiming van de regeling is voorzien) en de uitvoering van de regeling loopt dus door in 2022 en ook 2023 en 2024. Mogelijk dat er in 2022 een enkele overeenkomst wordt gesloten.
Naast deze gerichte opkoopregeling is de verwachting dat in 2022 ook een landelijke beëindigingsregeling door het Rijk wordt opengesteld. Deze wordt uitgevoerd door de RVO en is een subsidieregeling voor bedrijfsbeëindiging maar over het gehele land toepasbaar. LNV werkt in overleg met de provincies aan mogelijkheden om ook grond aan te kopen in dit kader. Het is nog niet duidelijk of er in Zuid-Holland veel gebruik zal worden gemaakt van de regeling.
Klimaatakkoord en veenweidestrategie
In 2020 is door het Rijk in het kader van het klimaatakkoord besloten tot een stimuleringsprogramma bodemdaling om CO2 uitstoot te verminderen. Provinciale Staten hebben vervolgens besloten tot een Veenweideaanpak met daarbij inzet van grondinstrumenten in een aantal gebieden (o.a. Nieuwkoop, Krimpenerwaard, Alblasserwaard). Eén van de prioritaire gebieden is ook Nieuwkoop. In een deelgebied van Nieuwkoop is in 2021 een aanpak opgestart waarbij wensen van agrariërs tot verplaatsing en extensivering in kaart wordt gebracht. In combinatie met de (provinciale) opgaven stikstof en bodemdaling wordt geadviseerd over in te zetten ruimtelijke en grondinstrumenten met middelen. Dit vraagt ook om een visie op de landbouw en het landelijk gebied.
Verwacht wordt dan in 2022 aankoop, ruil en afwaardering van gronden kan plaatsvinden om met name extensivering in nattere omstandigheden te stimuleren en faciliteren.
Gebiedsontwikkeling en gebiedsgerichte aanpak
Het samenbrengen van de verschillende ambities van de provincie en haar partners en samenwerking met de grondeigenaren vraagt een integrale visie op de ontwikkeling van specifieke gebieden. Het grondbeleid is daarin volgend maar wel een belangrijk instrument. In kader van de actualisering van het grondbeleid zal ook gekeken worden of een actieve verwervingsstrategie zinvol is.
De (gebieds)ontwikkeling van de Krimpenerwaard, Gouwe Wiericke en NN ZH zijn in het voorgaande hoofdstuk reeds behandeld. De Zuidplaspolder wordt toegelicht onder verbonden partijen.
Het zal nog moeten blijken in hoeverre bovenstaande ontwikkelingen daadwerkelijk tot nieuwe grondbezit van de provincie leidt. Ook het bestaand grondbezit kan (strategisch) ingezet worden. Dit vraagt ook een integrale afweging van het huidige grondbezit dat nog niet is gereserveerd voor provinciale doelen (GvG en verspreid bezit).