Beslisser
Kansen voor West 3 (EFRO)
Kansen voor West is het samenwerkingsverband tussen de vier Randstadprovincies (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) en de vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) dat uitvoering geeft aan het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor landsdeel West. Kansen voor West 3 is de opvolger van Kansen voor West 2 en focust op de thema’s innovatie en klimaat. Hiertoe worden subsidies verstrekt aan het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden in de regio.
Een gecombineerde inzet van provinciale, Rijks- en EU-middelen resulteert in een investeringsbudget van ruim € 53 mln voor de komende zes jaar. Hiermee wordt minimaal € 80 mln aan investeringen van externe partijen gemobiliseerd. Onderstaande tabel biedt een overzicht van hoe het Zuid-Hollandse deel van Kansen voor West 3 is opgebouwd:
Financieel overzicht Kansen voor West 3 2021-2027 | |
EU-middelen voor de provincie Zuid-Holland | € 41,2 |
---|---|
Rijkscofinanciering voor de provincie Zuid-Holland | € 8,2 |
Eigen inbreng provincie Zuid-Holland1 | € 4,0 |
Totaal investeringsbudget | € 53,4 |
Eigen inbreng externe partijen2 | € 80,1 |
Totale investering in projecten3 | € 133,5 |
1. Dit bedrag kan in de komende jaren nog worden aangevuld.
2. Dit bedrag is het minimaal gemobiliseerde bedrag en is gebaseerd op het maximale cofinancieringspercentage dat begunstigden binnen Kansen voor West 3 kunnen ontvangen. De daadwerkelijk eigen inbreng van externe partijen zal vermoedelijk hoger uitvallen.
3. In dit overzicht zijn de middelen die onder verantwoordelijkheid van Den Haag en Rotterdam worden ingezet niet meegenomen.
De provinciale openstellingen binnen het Kansen voor West 3 programma richten zich in 2022 en 2023 op innovatie, verduurzaming van het Havenindustrieel complex (HIC) en verduurzaming van de gebouwde omgeving. Binnen de provincie Zuid-Holland hebben de gemeente Rotterdam en de gemeente Den Haag tevens een EU-budget van respectievelijk € 12 mln en € 9,9 mln beschikbaar uit het regionaal deel van Kansen voor West 3. De inzet van de steden zal met de provincie worden afgestemd en waar opportuun zal worden gekeken naar gezamenlijke openstellingen.
Just Transition Fund (JTF)
Het Just Transition Fund (JTF) is een nieuw Europees fonds en richt zich specifiek op de transitie van CO 2 -intensieve industriële regio’s van fossiel naar duurzaam. Daarbij wordt aan de ene kant ingezet op de fysieke transitie van de industrie en aan de andere kant op de mitigatie van de arbeidsmarkteffecten die hiermee gepaard gaan. Voor de regio Rijnmond komt tot eind 2024 een bedrag van € 58,5 mln beschikbaar, wat gelijk moet worden verdeeld over de twee prioriteiten.
Momenteel wordt in samenwerking met de gemeente Rotterdam een plan opgesteld voor inzet van de JTF-middelen. In het concept JTF-plan wordt naast arbeidsmarkt ook ingezet op het verduurzamen van de bestaande industrie en het stimuleren van nieuwe waardeketens en bedrijvigheid. Omdat deze thema’s ook voor Kansen voor West 3 relevant zijn zal de programmering van deze fondsen in 2022 op elkaar worden afgestemd.
Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP3)
Het POP3 is een instrument waarmee EU-middelen uit het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ingezet kunnen worden bij de uitvoering van het provinciale landbouwbeleid, waaronder het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (Anlb).
Eind 2020 is vanuit Europa besloten om het GLB en daarmee ook het POP3 programma met twee jaar te verlengen. Hierdoor kwamen extra EU-middelen voor Zuid-Holland beschikbaar. Deze middelen zijn in 2021 beschikbaar gesteld voor het Anlb, investeringen ten behoeve van de (zelf)realisatie in de Krimpenerwaard en voor investeringen ten behoeve van de waterkwaliteit (KRW). De subsidiebeschikkingen zullen in het vierde kwartaal van 2021 worden afgegeven. In 2022 zal er geen nieuwe POP3-openstelling meer plaatsvinden.
Op 1 januari 2023 treedt het nieuwe Europese GLB in werking. Vanaf 2023 zal het GLB in Nederland worden uitgevoerd via het Nationaal Strategisch Plan GLB (NSP). Naar verwachting wordt het NSP eind 2022 door de minister bij de Europese Commissie ingediend.