Paragrafen

Paragraaf Financiering

Wettelijke normen

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is door de Wet Fido voorgeschreven ter beperking van het renterisico op de korte schuld met een rentetypische looptijd van korter dan een jaar. Deze limiet geeft aan wat de maximale kortlopende schuld mag zijn van de provincie.

Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de begroting van het lopende jaar per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aangehouden. Voorts wordt de omvang van het kasgeldlimiet, zijnde 7%, vastgesteld bij ministeriële regeling. Tenslotte wordt het aldus berekende bedrag getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte; indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er sprake van overschrijding. Op basis van de gegevens in deze begroting voldoet de provincie aan de kasgeldlimietnorm voor 2022.

Toets kasgeldlimiet

Kasgeldlimiet
(bedragen x € 1.000)

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

Gemiddelde netto-vlottende schuld

-40.000

-10.000

0

-40.000

Gemiddeld overschot vlottende middelen*

95.000

85.000

110.000

85.000

Toegestane kasgeldlimiet

50.001

50.001

50.001

50.001

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

105.001

125.001

160.001

95.001

*Het gemiddeld overschot vlottende middelen bestaat voornamelijk uit de, bij het Groenfonds ondergebrachte, PMR gelden die uitsluitend voor dit project onttrokken mogen worden.

Renterisico
Het renterisico op de vaste schuld wordt berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. De wet stelt criteria voor de berekening van het risico op de vaste schulden, zoals deze zijn vastgelegd in de definitie van de renterisiconorm. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt.
Concreet betekent dit dat in enig jaar maximaal 20% van het begrotingstotaal opnieuw mag worden geherfinancierd. Voor de Provincie Zuid-Holland heeft dit consequenties voor de looptijd en soort leningen die de komende jaren aangetrokken moeten worden. De nieuw aan te trekken leningen moeten een jaarlijkse aflossingsverplichting hebben (dus lineair of  annuïtair) en een minimale looptijd van 22 jaar om te voorkomen dat op de (middel)lange termijn de renterisiconorm wordt overschreden.  

Renterisiconorm 2022

Renterisico op de vaste schuld
(bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

1a

Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

1b

Renteherziening op vaste schuld u/g

0

0

0

0

2

Renteherziening op vaste schuld (1a-1b)

0

0

0

0

3a

Nieuw aangetrokken schuld

255.528

314.003

266.891

274.433

3b

Nieuw uitgezette lange leningen

2.920

3.175

0

0

4

Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)

252.608

310.828

266.891

274.433

5

Betaalde aflossingen

49.042

57.560

53.027

63.590

6

Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

49.042

57.560

53.027

63.590

7

Renterisico op de vaste schuld (2+6)

49.042

57.560

53.027

63.590

Renterisiconorm

8

Stand van de vaste schuld per 1 januari

767.309

973.795

1.230.238

1.444.102

9

Het bij ministeriële regeling vastgesteld %

20%

20%

20%

20%

Toets renterisiconorm

10

Renterisiconorm (op basis van begrotingstotaal)

142.886

140.451

140.080

135.394

7

Renterisico op de vaste schuld

49.042

57.560

53.027

63.590

11

Ruimte (+)/Overschrijding (-) (10-7)

93.844

82.891

87.054

71.805

Schatkistbankieren
Door wijziging van de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen tegen marktconforme rente (zijnde de rente waartegen de Nederlandse staat zichzelf financiert op de geld -en kapitaalmarkten), met een wettelijk minimumpercentage van 0%, in de schatkist aan te houden . Deze regeling trad per 31 december 2013 in werking. De provincie Zuid-Holland heeft sinds de introductie aanzienlijke bedragen in de schatkist aangehouden. Sinds begin 2019 heeft Zuid-Holland geen structureel overtollig saldo meer bij de schatkist.

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2021 10:03:28 met de export van 11/17/2021 09:58:19