Rente
Het aandeel van de schuld op de balans neemt toe, hierdoor ontstaat ook een toename van de rentelasten. De omvang van de totale rentelasten en aflossing samen kan worden afgezet tegen alle inkomsten. De rente en aflossingsverplichtingen zijn gebaseerd op bestaande en in de toekomst te verwachten leningen. De verhouding tussen deze verplichtingen en inkomsten geeft inzicht in het gedeelte waarvoor de inkomsten worden gebruikt. De verwachting is dat in 2022 meer dan 9% van de inkomsten worden gebruikt voor aflossings- en renteverplichtingen van leningen die de provincie heeft bij de bank. De percentage loopt in 2023 op tot meer dan 12%. In 2024 is er een tijdelijke daling in de hoogte van de aflossings- en renteverplichtingen vanwege de afloop van 9 leningen die in 2007 en 2008 zijn aangetrokken en de aanname dat de herfinanciering van deze leningen tegen een beduidend lager rentepercentage kan worden gerealiseerd.
In december 2020 heeft de provincie voor een totaalbedrag van € 300 mln aan leningen aangetrokken met een uitgestelde storting. De rentepercentages van deze langlopende leningen varieren van 0,14% tot 0,28%. Hierdoor zijn de aflossings- en renteverplichtingen de komende jaren gedaald ten opzichte van de begroting 2021.
Verhouding tussen aflossings- en renteverplichtingen ten opzichte van de inkomsten
In 2022 bedragen de totale rentelasten voor lopende en nieuwe leningen in totaal € 14,6 mln. Dit is een lager bedrag dan in 2021. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de herfinanciering van de aflossing van oude leningen plaatsvindt tegen een veel lagere rente dan de oorspronkelijke rente.
Over het eigen vermogen wordt geen rente berekend. De werkelijke rentekosten worden op basis van de van de boekwaarde op 1 januari van alle vaste activa (inclusief het onderhanden werk) toegerekend aan de programmadoelen.
Schema rentetoerekening Begroting 2022 | |||
a. | De externe rentelasten over de korte en lage financiering | 14.677 | |
---|---|---|---|
b. | De externe rentebaten | -/- | 87 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 14 .590 | ||
c. | De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -/- | - |
De rente van projectfinanciering toegerekend aan taakvelden | -/- | - | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 14.590 | ||
d1. | Rente over het eigen vermogen | - | |
d2. | Rente over voorzieningen | - | |
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente | 14.590 | ||
e. | De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) | -/- | 14.590 |
f. | Verwacht renteresultaat op het taakveld treasury/financiering | - |
Renteverwachting
Ondanks de stijging van de inflatie is het de verwachting dat de ECB vooralsnog een ruim monetair beleid blijft voeren. De recente toename van de inflatie wordt door de ECB als tijdelijk aangemerkt. Hierdoor blijven de (lange) rentetarieven waarschijnlijk in de nabije toekomst op een laag niveau.
Een risico kan zich voordoen als de oplopende inflatie tegen de verwachting in structureel blijkt te zij en de ECB haar beleid aanpast.