Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De provincie wil de gezondheidsschade aan mens en natuur door luchtverontreiniging en geurhinder beperken en hierdoor bijdragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Het luchtkwaliteitsbeleid van de provincie is erop gericht om samen met andere partijen ten minste aan de wettelijke Europese luchtkwaliteitseisen te blijven voldoen en ernaar te streven de WHO-advieswaarden in 2030 te behalen.
- Uitvoering van het Schone Lucht Akkoord: binnen het Schone Lucht Akkoord werkt de provincie samen met andere overheden en maatschappelijke partijen aan verdere verbetering van de huidige luchtkwaliteit Het Programma Luchtkwaliteit geeft een impuls om de WHO-advieswaarden te bereiken.
- Vergunningverlening en handhaving: beperking van emissies van industriële activiteiten naar de lucht wordt gereguleerd via vergunningen (van inrichtingen waarbij de provincie bevoegd gezag is), die scherp zijn vastgesteld op basis van de rijksregelgeving en de Nederlandse Emissie Richtlijnen.
- Pieken in luchtverontreiniging door smog: het provinciale draaiboek beschrijft de acties die binnen Zuid-Holland worden genomen als zich dit voordoet.
- Geurhinder: het geurhinderbeleid is bedoeld om aan te geven wat de maximale aanvaardbare geurbelasting is bij woonhuizen. De provincie past dit beleid toe bij de vergunningverlening aan bedrijven onder bevoegd gezag van de provincie.
- Zeer zorgwekkende stoffen, voorheen prioritaire stoffen (wettelijke taak): de provincie wil deze emissies minimaliseren.
- Stikstofdepositie: de provincie besteedt aandacht aan brongericht stikstofbeleid. De uitwerking hiervan heeft een sterke relatie met inzet vanuit energietransitie en schone mobiliteit en zal in samenhang plaatsvinden.
- Luchtkwaliteit en binnenvaart: blijvend de uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van de binnenvaart tegengaan.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Maatschappelijk gewenste ontwikkelingen moeten kunnen plaatsvinden terwijl tegelijkertijd de inwoners beschermd worden tegen geluidshinder. Geluidshinder ontstaat uit de (grotendeels wettelijk gereguleerde) gemiddelde hoeveelheid geluid en (zeer beperkt wettelijk gereguleerde) piekgeluiden. Belangrijk is om meer inzicht te krijgen in de verhouding tussen ervaren geluidshinder en feitelijke hoeveelheid geluid. De provincie streeft ernaar haar wettelijke geluidstaken in de provinciale kerntaken ruimte, economie en bereikbaarheid te integreren.
De provincie is wettelijk verantwoordelijk voor geluid van verkeer op provinciale wegen, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van geluid bij bedrijven met een provinciale vergunning (op grond van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht) en voor het aanwijzen van stiltegebieden. De inzet is erop gericht geluidshinder door wegverkeer en – voor zover onder verantwoordelijkheid van de provincie – railverkeer, luchtvaart en industrie (met name door vergunningverlening) te voorkomen en te verminderen.
- De provincie wil een integraal geluidskader en bijbehorend uitvoeringsplan ontwikkelen, inclusief een klachtengerelateerde benadering (klachten zijn een goede indicator voor ondervonden geluidshinder, meestal op basis van piekgeluiden). Onderdeel van het uitvoeringsplan kan ‘citizens science’ zijn, analoog aan de opzet voor luchtkwaliteit en nauw aansluitend bij de opzet voor een burgermeetsysteem rond Rotterdam The Hague Airport.
- Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen wordt volgens planning uitgevoerd met geluidswerende maatregelen langs provinciale wegen. De middelen hiervoor maken deel uit van het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) dat valt onder Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland. Er wordt een nieuwe Europese geluidskaart opgesteld.
- Het geluidsmanagement in het Haven- en Industrieel Complex is geactualiseerd en wordt vertaald in aangepaste vergunningen (onderdeel bijdrage aan DCMR).
- De provinciale inzet is gericht op verbetering van de geluidswetgeving (SWUNG2) met onder meer een geluidsregister als fijnmazig systeem van geluidsproductieplafonds langs alle provinciale wegen (onderdeel PZI).
- Het provinciale beleid richt zich op efficiënt ruimtegebruik op industrieterreinen gekoppeld aan een optimale geluidsruimteverdeling.
- Op basis van gesprekken met gemeenten wordt het stiltegebiedenbeleid geactualiseerd en in lijn gebracht met de Omgevingswet.
- Er komt een systeem om geluid in stiltegebieden te monitoren.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Het doel van externe veiligheid (omgevingsveiligheid) is om te zorgen voor een veiliger Zuid-Holland. Dit doet de provincie door de kans te minimaliseren dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Om dit te bereiken werkt de provincie langs zes hoofdlijnen:
1. Risicovolle activiteiten clusteren.
2. Risicovolle activiteiten verantwoord combineren.
3. Risico’s aan de bron verminderen.
4. Maatregelen nemen in de omgeving van een risicovolle activiteit.
5. Kwaliteit van de uitvoering verhogen.
6. Basisinformatie beschikbaar stellen.
Deze zes lijnen zijn verder uitgewerkt in een onderdeel van het provinciale omgevingsprogramma. Daarnaast neemt de provincie actief deel aan landelijke samenwerking in de meerjarenagenda versterking omgevingsveiligheid. De provincie wil het rijksbeleid voor de modernisering van omgevingsveiligheid beïnvloeden. Ook is er aandacht voor externe veiligheid in relatie tot de energietransitie en de woningbouwopgave.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Om de kwaliteiten van bodem en ondergrond optimaal te benutten, beschermen en beheren wil de provincie:
1. Bodem optimaal benutten:
- Winnings-, opslag- en transportfuncties duurzaam positioneren, beheren en afbouwen;
- 3D-ordening in ruimtelijke planprocessen bevorderen;
- Waarden van de ondergrond beheren.
2. Bodem en grondwaterkwaliteit beschermen en beheren:
- Overgangsrecht uitvoeren door mandatering en opdrachtverlening aan Omgevingsdienst;
- Project aanpak spoedlocaties afronden;
- Maatregelen uit het waterprogramma voor verbetering van de grondwaterkwaliteit uitvoeren;
- Met andere overheden samenwerken op de thema’s diffuse verontreinigingen, zeer zorgwekkende stoffen en nieuwe stoffen;
- In de kennisinfrastructuur bodem en ondergrond investeren.
3. Nazorg stortplaatsen.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2018-2021 biedt de kaders om het VTH-instrumentarium in te zetten voor een veilige en gezonde leefomgeving, met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen). Nu de inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld tot 1 juli 2022 zal de looptijd van de Nota verlengd worden zodat er geen beleidsmatig gat ontstaat. De nieuwe Nota VTH geldend onder de Omgevingswet is in ontwikkeling en zal tegelijkertijd met de wet in werking treden.
- Het instrumentarium Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reguleert bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag van GS vallen (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Bij inzet van dit instrumentarium wordt gelet op ondersteuning van beleidsambities zoals de energietransitie, circulaire economie en het Schone Lucht Akkoord.
- Monitoring en sturing van de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten.
- Bij handhaving gaan we zo nodig naar verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij het project Chemours en BP.
- Om informatie beter en makkelijker te kunnen ontsluiten en delen, digitaliseren we het werkveld verder. Bij vergunningverlening voeren we het ontwikkelprogramma Altijd Actuele Digitale Vergunning in 2022 verder uit voor alle Zuid-Hollandse omgevingsdiensten.
- Emissies van (potentiële) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem gaan we voorkomen door inventarisaties bij bedrijven van ZZS en in de afvalverwerking, actualisatie van vergunningen, overleg met het Rijk over regelgeving en onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van ZZS- houdende materialen en vermindering van ZZS-houdend afval.
- We stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten. Hiertoe heeft Twijnstra en Gudde een verkennend onderzoek uitgevoerd, met aanbevelingen voor verdere samenwerking.
- We ontwikkelen samen met omgevingsdiensten, Interprovinciaal Overleg en de rijksoverheid het uitvoeringsbeleid verder.
- We sorteren voor op de komst van de Omgevingswet en passen het instrumentarium en beleid daarop aan.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Gezondheid is een groot goed. Verschillende elementen in de leefomgeving hebben invloed op de gezondheid. Om die reden streeft de provincie naar een gezonde en veilige leefomgeving. Een omgeving die inwoners als prettig ervaren, uitnodigt tot gezond gedrag en beschermt tegen negatieve invloeden, zoals luchtvervuiling, bodemverontreiniging, veiligheidsrisico’s, geluid, wateroverlast en hittestress. We hebben aandacht voor kwetsbare groepen en wijken. In de startnotitie ‘Gezond en veilig’ is de ambitie geformuleerd dat in al het provinciale beleid gezondheid en veiligheid een plek krijgt. Dit vraagt om een innovatieve en gecoördineerde beleidsaanpak, waarbij bestaand beleid in samenhang wordt bezien vanuit gezondheid.
Het ontwikkelprogramma gezond en veilig is, voor de coalitieperiode 2020-2023, ingericht langs drie lijnen:
- Het ontwikkelprogramma werkt samen met bestaande opgaven om daarin gezondheid een plek te geven. Zo werkt het programma samen met de opgave bereikbaar Zuid-Holland aan een gezonde weg door deze een plek te geven in het ambitieweb en in aanleg, beheer en onderhoud van infrastructuur. En het programma draagt bij aan toekomstbestendige nieuwbouw, door te kijken op welke wijze de bebouwde omgeving kan bijdragen aan gezondheid van inwoners.
- Het ontwikkelprogramma is onderdeel van verschillende integrale programma’s, zoals de Groene Cirkel Gezonde groene stad en de Groene Cirkel Tuin van Holland en groene, gezonde bedrijventerreinen. Deze programma’s geven vorm en inhoud aan de gezonde leefomgeving.
- De provincie Zuid-Holland werkt samen met partners zoals gemeenten, GGD-en en de drie Zuid-Hollandse universiteiten (Leiden, Delft en de Erasmus), het Rijk en RIVM en private partijen aan een (kennis)netwerk rond een gezonde leefomgeving.
Gedurende de looptijd van het ontwikkelprogramma wordt jaarlijks een voortgangsrapportage opgesteld. Aan het einde van de coalitieperiode zal deze rapportage aanbevelingen bevatten over de wijze waarop gezondheid structureel onderdeel van het beleid moet zijn en welke investeringen daarmee gemoeid zijn.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Algemeen
Voldoende beweging levert een positieve bijdrage aan gezondheid en het voorkomen van gezondheidsproblemen. Mensen gaan vaker naar buiten om te bewegen en te sporten en doen dat ook steeds meer ongeorganiseerd en bij voorkeur ‘om de hoek’. Dat leidt tot meer druk op bestaande voorzieningen. Die druk wordt vergroot door de te verwachten groei van het aantal inwoners in Zuid-Holland. Dit vraagt om extra beheer- en herinrichtingsmiddelen.
Op dit moment is er nog geen antwoord op de huidige recreatiedruk en de te verwachten verdere toename in de komende jaren. Wel worden op thema’s of gebieden visies ontwikkeld en plannen uitgewerkt maar een dekkend samenhangend beeld en realisatiestrategie ontbreekt. Daarom neemt de provincie het initiatief om in 2022 de opgave voor recreatie voor 2030 in beeld te brengen en deze te koppelen aan mogelijke realisatiestrategieën.
Door middel van subsidies voor kwaliteitsimpuls recreatie wordt ingezet op het verbeteren van de kwaliteit van recreatiegebieden, stedelijke groenstructuur en drukke stranden voor inspannen en ontspannen. We blijven inzetten op verbeteren van de mogelijkheden voor inwoners om vanuit huis binnen 15-20 minuten wandelend/fietsend een groengebied, wandel-, fiets- of vaarroute in het buitengebied te bereiken.
Recreatiegebieden
Recreatiegebieden in Zuid- Holland - in eigendom en van derden – moeten schoon, heel en veilig blijven. Hiervoor:
- wordt in 2022 het provinciale budget voor beheer van de gebieden verhoogd met structureel € 1,4 mln met name voor de RODS (Randen om de stad) gebieden die Staatsbosbeheer in beheer heeft en waarvoor de structurele financiering van de beheerlasten nog niet is geregeld.
- onderzoeken we samen met de eigenaren en terreinbeheerders de toekomstbestendige financiering en beheer van recreatiegebieden, zodat we in 2022 de contouren van een nieuwe beheerregeling kunnen bepalen. Hierbij worden de mogelijkheden betrokken voor meer inzet van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, stimuleren van vrijwilligersinzet Ook bezien wij de mogelijkheden om de inrichting van de gebieden te wijzigen. zodat niet alleen beheerkosten kunnen worden beperkt, maar mogelijk ook andere maatschappelijke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd (zoals omvorming van weides tot bos).
- versterken we de samenwerking met de terreinbeheerders waarbij ook de betekenis van de gebieden voor andere provinciale opgaven worden betrokken.
De overdracht van provinciale recreatiegebieden verloopt voorspoedig. Voor 2022 staat de afronding gepland van het laatste gebied, te weten de overdracht aan gemeente Dordrecht van de Louisa- en Cannemanspolder in de Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB), onderdeel van het programma Recreatie om de Stad. Door het eigendom en beheer van deze polder aan de gemeente over te dragen (die ook al andere recreatiegebieden in en rond NDB beheert) ontstaat samenhang in het gebied, met één beheerloket waar gebruikers voor alle recreatiegebieden terecht kunnen.
Voor het eigen recreatiegebied Vlietland zal een aantal van de verbeteringen die in het ontwikkelperspectief Vlietland zijn benoemd worden uitgevoerd. Verwacht wordt dat in 2022 volop werkzaamheden zullen plaatsvinden voor de realisatie van vakantiewoningen in Vlietland. De provincie zal er daarbij op toezien dat het gebied goed toegankelijk blijft. Tenslotte zal langs de A4 op het traject Vlietland-Vogelplas een passende geluidwerende voorziening (motie 867) worden aangelegd. Voor Bentwoud, waar de provincie voor het grootste deel eigenaar van is, zal een ontwikkelperspectief en een nieuw samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten en Staatsbosbeheer worden opgesteld.
Participatie
De provincie bevordert de betrokkenheid van inwoners bij het groen en versterkt de groenbeleving door de ondersteuning aan:
- de programma's De Groene Motor (vrijwilligers), Mens en Natuur (IVN) en Groen doet goed (natuureducatie en natuurbeleving door kinderen).
- projectsubsidies voor o.a. het verbreding van het vrijwilligerswerk.
Stimuleren bewegen
De provincie zal het bewegen verder stimuleren door:
- het continueren van een voucherregeling en projectsubsidies voor het stimuleren van een beweegvriendelijke leefomgeving.
- uitbreiding van de samenwerking met het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor het doen van onderzoek naar thema's die van belang zijn om het sporten te stimuleren onder bepaalde doelgroepen. Dit betreft in eerste instantie het bereiken van de jeugd tussen 12 en 17 jaar en zwemveiligheid voor alle kinderen. In 2022 wordt dit voortgezet met mogelijk de aanvulling van de thema's Werkende armen, Jeugdfonds en Gezondheidszorg.
- openstellen van een subsidieregeling sportevenementen.
Landschapstafels
2022 is het laatste jaar van de subsidies aan de landschapstafels. De resultaten van de inzet van deze subsidies worden in 2022 geëvalueerd.
Kennis en onderzoek
Het onderzoek naar natuur- en recreatiegebieden in Zuid-Holland uit 2017 geeft inzicht in de omvang en de kenmerken van het bezoek aan 35 natuur- en recreatiegebieden in de provincie. In overleg met eigenaren en beheerders wordt in 2022 dit onderzoek geactualiseerd. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om de drukte in de gebieden beter te monitoren en de spreiding over de gebieden te faciliteren.
Recreatieve routenetwerken
Het beheer en onderhoud van recreatieve routestructuren dient op orde te zijn en kan op onderdelen worden verbeterd. Dat geldt ook voor de kwaliteit, de bruikbaarheid en de vindbaarheid van de recreatieve routes (wandelen, fietsen, varen, ruiteren). Hiervoor worden de volgende acties ondernomen:
- verder uitbouwen van het routeplatform dat in 2021 is opgericht.
- continueren van openstellingsvergoeding voor boerenlandpaden (circa 95 km en onderdeel van het provinciaal wandelroutenetwerk) en bijdragen voor het beheer van ruiterpaden die niet in eigendom zijn van gemeenten.
- financiering onderhoud landelijke fietsroutes door Zuid-Holland.
- Momenteel worden deze fietsroutes omgezet in LF Icoonroutes waarvan de Maasroute, de Kustroute en de Waterlinieroute inmiddels zijn gerealiseerd en in 2022 een extra LF route door Zuid-Holland wordt verwacht.
- voortzetten van de bijdrage aan landelijke routebureaus voor fietsen en wandelen (Wandelnet en Fietsplatform). Hiermee vergaren wij ook kennis en dragen wij bij aan de doorontwikkeling van de landelijke routenetwerken.
- voor ruiter- en menpaden zijn diverse projecten voor nieuwe verbindingen uitgewerkt. De doelgroep analyse ‘Ruiters en menners in Beeld’ afgerond in 2020, vormt samen met de ambitiekaart uit het Ruiter- en menpadenplan 2019 de basis voor deze verbindingen waarmee hippische hotspotgebieden met elkaar worden verbonden.
- samen met het Innovatieteam van de provincie is in januari 2021 een uitvraag gedaan om de ontsluiting en benutting van recreatieroutes te verbeteren en te coördineren. De verschillende modaliteiten: ruiters, wandelen, fietsen en varen kunnen worden bediend. Bij een succesvol resultaat van de pilot wordt het brede gebruik in de provincie gestimuleerd.
Waterrecreatie
Gedurende de corona-maanden is de belangstelling voor watersport en waterrecreatie toegenomen en dit willen we graag vasthouden. Afgelopen jaar zijn er meerdere subsidies verstrekt voor verbeteringen van de vaarfaciliteiten en is er ook aandacht voor bewustwording en stimulering van de inwoners van Zuid-Holland door communicatie en promotie om ze bewust te maken van het vele water in Zuid-Holland en ze meer hier naartoe te leiden. In 2022 willen we dit verder bevorderen. Ook het vaarnetwerk wordt een stukje verbeterd door de provinciale bijdrage aan de Ringvaart Zuidplas zodat dit een volwaardige schakel wordt.
Met drie regio's is een Gezamenlijk Programma Waterrecreatie opgesteld waarmee de provincie op een aantal thema's gaat samenwerken. Onder meer over meerdaags varen, marketing en promotie, elektrisch varen, netwerkverbeteringen en faciliteiten op en langs het water. Ook in de rest van de provincie wordt er aandacht besteedt aan waterrecreatie.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie
Om Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht, hebben de gezamenlijke overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en Rijk) in het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) afgesproken om 7 stappen versneld (uiterlijk in 2023 gereed) uit te voeren. Dit zijn:
- Kwetsbaarheden voor wateroverlast, hittestress, droogte, overstroming en bodemdaling in beeld brengen (stresstesten);
- Risicodialogen voeren en een strategie opstellen;
- Uitvoeringsagenda opstellen;
- Meekoppelkansen benutten;
- Borgen in eigen beleid en handelen;
- Deze aanpak faciliteren en stimuleren bij anderen;
- Voorbereiden op handelen bij calamiteiten.
Met ons programma "Weerkrachtig Zuid-Holland " doorlopen alle voor klimaatadaptatie relevante beleidsvelden binnen de provincie dit proces en helpen wij onze externe partners daarbij.
In 2022 richt het programma Weerkrachtig Zuid-Holland zich met name op:
- Nieuwe klimaatscenario's van IPCC en KNMI (eind 2021) analyseren op de impact voor Zuid-Holland;
- Een monitoringssystematiek ontwikkelen en inrichten om de omvang van deze opgave voor Zuid-Holland en de voortgang in het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten te volgen;
- Nog ontbrekende beleidsthema's in de provinciale stresstesten en risicodialogen afronden en deze toevoegen aan de klimaatatlas;
- Beleidsafdelingen stimuleren en ondersteunen bij de uitvoering van de Provinciale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie (vastgesteld in 2021);
- Meekoppelkansen met de energietransitie concreet maken en toepassen;
- Inzicht geven in de meekoppelkansen rond versterking van onze natuurlijke klimaatbuffers;
- Resultaten van het Convenant Klimaatadaptief Bouwen intern borgen, in een nationale aanpak (level playing field) en in concrete woningbouwprojecten;
- Samenwerking met strategische partners intensiveren rond het klimaatbestendig maken van de bestaande bebouwde omgeving, zoals woningcorporaties en gebruikers;
- Samenwerking continueren met gemeenten en waterschappen in onze 10 DPRA-werkregio's, gericht op voorstellen indienen voor en rijksmiddelen verkrijgen uit de Impulsregeling Klimaatadaptatie;
- Zuid-Hollandse gemeenten ondersteunen en faciliteren om klimaatadaptatie in hun eigen (omgevings-)beleid te borgen;
- Innovatieve toepassingen op het gebied van tegengaan wateroverlast, regenwaterbuffers- en hergebruik, tegengaan hitte en overstromingsgevaar laten ontwikkelen, door het innovatieprogramma VP-Delta op the Greenvillage (Waterstraat, Hitteplein) en de Flood-proof testlocatie van TU-Delft te ondersteunen.
Voor het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ stellen wij tot en met 2023 menskracht en procesmiddelen beschikbaar.