Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 6-1 Voldoende juiste woningen op de juiste plek
Beleidsprestatie 6-1-1 Versnelling Woningbouw
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Om een versnelling van betaalbare en passende woningbouw en een balans tussen wonen en werken te realiseren, continueren we onze inzet en zetten we extra accenten:
- Realisatie van binnenstedelijke woningbouwlocaties versnellen met een groot aandeel betaalbare woningbouw binnen bestaand stads- en dorpsgebied en nabij hoogwaardig openbaar vervoer gepland tot 2025. Dit doen we onder meer door inzet van de Vliegende Brigade, verschillende subsidies zoals de subsidie woonvormen senioren Zuid-Holland, de knelpuntenpot sociale huur en middenhuur en de subsidieregelingen sociale woningbouw Haagse regio, Holland Rijnland en regio Rotterdam. Ook continueren we onze inzet voor de start van gebiedsontwikkelingen Projectlocatie Valkenburg en Middengebied Zuidplaspolder. Richting Rijk blijven we aandacht vragen voor inzet van middelen voor een vervolg op de Woningbouwimpuls, het Volkshuisvestingsfonds en de financiële positie van woningbouwcorporaties.
- Plancapaciteit van harde plannen vergroten op de juiste plekken door deze op te nemen in de regionale woningbouwprogramma’s en procedures versnellen.
- Harde plancapaciteit aan betaalbare woningbouw binnen de geplande gebiedsontwikkelingen vergroten door de inzet van de versnellingsaanpak locaties door te zetten. In deze gebiedsontwikkelingen spelen vaak vraagstukken rond verdichting en transformatie van verouderde bedrijventerreinen, leegstaande kantoren en winkels naar woningen. Waar tegengestelde provinciale belangen spelen zullen we hierover een knoop doorhakken.
- Inzichten uit het traject ‘stimuleren van bouwinnovatie’ delen (onder meer industrieel bouwen en circulair bouwen).
- Afspraken uit de woon-werkakkoorden uit (laten) voeren.
- In de Bouwkeet worden ‘lastige’ gesprekken gevoerd, knopen doorgehakt en afspraken met partners gemaakt.
- Het programma Flexwonen helpt woningzoekenden (spoedzoekers) met een tijdelijke oplossing.
- Bouwstroom Haaglanden, collectieve inkoop van industriële woningen.
- #Zetdewoningbouwaan, een woonversnellingsprogramma in samenwerking met De Bouwcampus en Verstedelijkingsalliantie.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Om projecten met een groot aandeel betaalbare woningbouw te versnellen, werken we binnen het programma Wonen met meerdere instrumenten:
1. Vliegende Brigade:
Alle gemeenten in Zuid-Holland kunnen een aanvraag indienen voor een bijdrage uit de Subsidieregeling Vliegende Brigade Zuid-Holland. Het is de bedoeling hiermee de planvorming van woningbouwprojecten te versnellen. De Vliegende Brigade levert snel en gericht menskracht voor concrete knelpunten. Deze menskracht bestaat voornamelijk uit extern ingehuurde expertise, waarbij maatwerk de sleutel is tot succes. Denk hierbij aan een ervaren gebiedsontwikkelaar, planeconoom of procesmanager met vastgoedkennis.
Meer informatie over de subsidieregeling en de projecten waar de Vliegende Brigade actief is, is te vinden op https://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/ruimte/wonen/versnelling-woningbouw-vliegende-brigade/
2. Subsidieregelingen:
- Knelpuntenpot: deze is bestemd voor woningbouwprojecten sociale huur en middenhuur met een financieel nog onrendabel deel waarbij de provincie het laatste financiële ‘duwtje’ kan geven. In 2021 is een nieuwe subsidieregeling in werking getreden. Het beschikbare budget van € 10 mln is volledig beschikt, waardoor circa 3.000 sociale en middenhuurwoningen eerder gebouwd kunnen worden. Voor 2022 zijn nog beperkte middelen beschikbaar. Gezien de maatschappelijke urgentie wordt € 1 mln uit de jaarschijf 2027 toegevoegd aan de jaarschijf 2022 zodat er in dat jaar voldoende middelen beschikbaar blijven. De knelpuntenpot kan ook worden gebruikt voor andere maatregelen om woningbouw te versnellen, zoals versnelling van de vergunningsprocedure.
- Woonvormen senioren: om de doorstroming van bestaande woningen en nieuwe woonvormen voor senioren te stimuleren is in 2021 de subsidieregeling Woonvormen senioren in werking getreden. Gemeenten konden een aanvraag doen voor een bijdrage om seniorenwoningen sociale huur, middenhuur te bouwen of betaalbare koop met een centrale ontmoetingsruimte. De verwachting is dat de middelen voor 2022 zijn uitgeput. In 2022 is het plafond voor deze regeling € 0.
3. Versnellen van locaties:
Het gaat om grotere gebiedsontwikkelingen waarin verschillende provinciale belangen spelen. Het zijn altijd uitdagende locaties met woningbouw in relatie tot transformatie leegstand, mengen wonen en werken, bereikbaarheid, klimaat of energie. De provincie werkt met een versnellingsaanpak om gericht doorbraken te bereiken: één projectleider is aanspreekpunt voor zowel gemeente als provincie. De provincie werkt gericht naar mijlpalen om een project uit te voeren. Het instrument woon-werkakkoord kan verschillende provinciale belangen borgen. Voorbeelden: Den Haag-Binckhorst (transformatie bedrijventerrein naar gemengd wonen/werken), Delft-Schieoevers (transformatie bedrijventerrein naar gemengd wonen/werken), Barendrecht-Stationstuinen (verdichtingslocatie nabij station voor wonen, werken en leren). We werken verder met onze partners in de Woondeal, de Verstedelijkingssalliantie en de Woningbouwimpuls aan versnelling van woningbouw.
4. Versnellen binnen de bouwketen:
Gericht op faciliteren die verschillende stakeholders in de bouwketen bij elkaar brengt om woningbouwproductie en gebiedsontwikkeling te versnellen. Deze kennis delen we via bijvoorbeeld de Bouwkeet.
5. Woningbouwprogrammering:
In een jaarlijks te actualiseren woningbouwprogramma geven regio’s en de provincie aan welke plannen de komende periode worden uitgevoerd om de gewenste woningvoorraadtoename te behalen. De provincie gaat hierbij een integrale quick scan uitvoeren om de procedures verder te versnellen.
Beleidsprestatie 6-1-2 Betaalbare woningvoorraad op peil
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in? De provincie voorziet op regionaal niveau, samen met gemeenten, woningbouwcorporaties en marktpartijen in voldoende passende woningen voor verschillende doelgroepen. Daarvoor doet de provincie het volgende:
- Om voldoende sociale woningbouw te realiseren is er kennisuitwisseling met gemeenten en corporaties en gebruiken we het subsidie-instrument. Voor de Rotterdamse regio is voor de periode 2020 t/m 2023 in totaal
€ 5 mln beschikbaar om een meer evenwichtige verdeling van de sociale woningvoorraad over de regiogemeenten te bereiken. De verwachting is dat de middelen in 2023 uitgeput kunnen zijn. Gezien de maatschappelijke urgentie wordt € 1 mln uit de jaarschijf 2027 toegevoegd aan de jaarschijf 2022 zodat er in dat jaar voldoende middelen beschikbaar blijven.
- Voor de regio’s Haaglanden en Holland-Rijnland zijn in 2021 subsidieregelingen voor realisatie van sociale huurwoningen in werking getreden. De verwachting is dat de middelen in 2022 zijn uitgeput. Gezien de maatschappelijke urgentie wordt ook hier € 1 mln uit de jaarschijf 2027 toegevoegd aan de jaarschijf 2022 zodat er in dat jaar voldoende middelen beschikbaar blijven
- In 2021 is de subsidieregeling Woonvormen senioren in werking getreden. De verwachting is dat de middelen voor 2022 zijn uitgeput.
- De provincie neemt deel aan overleg over overname van Vestia-woningbezit door collega woningcorporaties en voert een lobby richting het Rijk voor dit vraagstuk.
- In algemene zin lobbyt de provincie samen met onder meer andere provincies, Aedes en VNG om de financiële positie van woningcorporaties te verbeteren, zodat zij hun opgaven in de provincie kunnen realiseren. Deze lobby richt zich onder meer op afschaffing van de verhuurdersheffing door het Rijk, maar ook op het structureel maken van de Woningbouwimpuls, goede regelgeving rondom stikstof en geluid, versnelling van procedures en de landelijke uitrol van klimaatadaptief bouwen.
Beleidsdoel 6-2 Vitaliteit en kwaliteit in de leefomgeving
Beleidsprestatie 6-2-1 Versterken (ruimtelijke) kwaliteit en vitaliteit
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
In 2022 wordt de herijking van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid vastgesteld en opgenomen in het omgevingsbeleid. De provincie heeft verschillende rollen in behoud en versterking van de (ruimtelijke) kwaliteit en vitaliteit: zowel agenderend en initiërend als kaderstellend en beoordelend. De provincie gaat de volgende maatregelen nemen om de kwaliteit van de ruimte en vitaliteit van de leefomgeving te versterken:
- Integrale aanpak ruimtelijke kwaliteit met thema’s als verstedelijking, circulaire economie, mobiliteit, circulaire landbouw, energietransitie, klimaatadaptatie, recreatie, biodiversiteit, gezond en veilig. Waarbij we met ons omgevingsbeleid waardevolle deelgebieden, zoals graslanden, Bollenstreek, cultuurhistorische kroonjuwelen en gebieden met hoge en specifieke natuurwaarden beschermen.
- Op basis van dit beleid adviseert de provincie over ruimtelijke plannen op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau, zo nodig met inzet van de provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit.
- Ontwerpers van de provincie krijgen een rol bij de diverse ruimtelijke opgaven en infrastructurele projecten van de provincie. Infrastructuurbundels vormen vaak barrières tussen stad en land.
- We vragen aan initiatiefnemers en gemeenten om behoefte aan nieuwe buitenstedelijke ontwikkelingen te onderbouwen en regionaal af te stemmen. Voor wat betreft nieuwe buitenstedelijke recreatiewoningen zijn we zeer terughoudend, zeker nu recreatiewoningen steeds vaker omgezet kunnen worden naar permanente woningen.
- We geven richting aan een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit, onder andere met de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ en onze uitgangspunten voor verstedelijking in ons omgevingsbeleid.
- Aanpak gebiedsgerichte opgaven samen met omgeving.
- Er is ruimte voor differentiatie: passend binnen het provinciaal omgevingsbeleid en als per saldo sprake is van voldoende positieve ontwikkeling.
- Waar nodig zetten we onze wettelijke bevoegdheden en instrumenten in. Denk bijvoorbeeld aan zienswijzen en aanwijzingen op bestemmingsplannen.
- Om groenblauwe elementen binnen het bebouwd gebied te behouden en versterken, werken we samen met gemeenten aan ontwerpprincipes voor de kwaliteit en kwantiteit van deze groenblauwe plekken en stimuleren we natuurinclusief bouwen.
- We zetten ons samen met de steden in om een fijnmazig sportief en recreatief netwerk te maken van groenblauwe structuren, groenblauwe schoolpleinen, groenblauwe daken, groenblauwe winkelcentra, groenblauwe bedrijfsterreinen en parken.
- We werken met onze partners aan de uitwerking en uitvoering van een robuuste groenblauwe hoofdstructuur tussen onze steden onder de titel Landschapspark Zuidvleugel.
- Overgangsgebieden van stedelijk gebied naar open landschap vragen om extra aandacht. Soms willen we belangrijke contrastkwaliteit tussen de dynamiek en dichtheid van de stad en de luwte van de aangrenzende groene ruimte behouden, soms streven we naar een goed vormgegeven geleidelijke overgang.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Voor het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de vitaliteit van de leefomgeving gaat het om de volgende maatregelen:
- Een animatiefilmpje ontwikkelen waarin het ruimtelijk kwaliteitsbeleid kort en helder wordt uitgelegd.
- Een actieve rol voor ontwerp in planadvisering en mede-initiëren van nieuwe ideeën, zoals een prijsvraag uitschrijven.
- Het landschapspark Zuidvleugel verder ontwerpen, zodat de achterliggende gedachte richting uitvoeringsprogramma kan gaan.
- Integrale regionale ontwerpateliers organiseren, onder aanvoering van een provinciaal ontwerper.
- Regionale opgavekaarten maken, met oog voor landschap.
- Ontwerp en handreiking ruimtelijke kwaliteit gebruiken bij ontwikkeling en uitvoering van provinciale infrastructuurprojecten.
- Expertise inzetten om kennis over toekomstbestendige buitenstedelijke recreatieve voorzieningen te ontwikkelen en te verspreiden.
- Onze wettelijke bevoegdheden en instrumenten benutten waarmee we ruimtelijke keuzes kunnen maken, om ontwikkelingen mogelijk te maken en ongewenste ontwikkelingen tegen te houden.
- Met ons omgevingsbeleid het landelijk gebied en een aantal overgangsgebieden tussen stad en land beschermen die zijn aangewezen als groene buffer.
- Biodiversiteit integraal meenemen in ontwerpoplossingen.
- Bestaande gebouwde locaties transformeren, herstructureren en verdichten in plaats van nieuwe bouwlocaties te zoeken.
- 3 ha kaart uitwerken.
- Actief samenwerken met gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties aan grote gebiedsontwikkelingen die bijdragen aan de realisatie van de provinciale ambities. De inzet van de provincie is altijd integraal en gericht op verschillende maatschappelijke opgaven. Voorbeelden hiervan zijn gebiedsontwikkelingen, zoals de herontwikkeling van het voormalig vliegveld Valkenburg en de Zuidplaspolder. Verschillende samenwerkingen komen terug in andere delen van de begroting.
- We schrijven een prijsvraag uit voor toekomstbestendige duurzame woningbouw.
Beleidsprestatie 6-2-2 Aanpak klimaatbestendig en natuurinclusief bouwen
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Zoals beschreven in de beleidskeuze Toekomstbestendig Bouwen in de vernieuwde omgevingsvisie, wil de provincie een toekomstbestendige leefomgeving (versneld) realiseren. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen in toenemende mate energieneutraal, klimaatbestendig, natuurinclusief, circulair en biobased, en gezond en veilig te zijn. We zoeken constant de balans tussen de wenselijke toekomstbestendige leefomgeving aan de ene kant en snelheid/betaalbaarheid van de bouwopgave aan de andere kant.
In onze aanpak van de versnelling van de woningbouw in Zuid-Holland ondernemen we een aantal acties.
Circulair en industrieel bouwen
De provincie is medeondertekenaar van de Citydeal Circulair en conceptueel bouwen. De werksporen biobased bouwen en industrieel bouwen uit de Citydeal sluiten goed aan op de ambities van de provincie. Door deelname aan de Citydeal kunnen we krachten bundelen, samen projecten ontwikkelen en kennis uitwisselen. Al in 2020 hebben de provincie Zuid-Holland, Cirkelstad en BlueCity een start gemaakt met een vernieuwersnetwerk met koplopers op het gebied van biobased bouwen. Aan de hand van een gedeeld toekomstbeeld zijn transitiepaden geschetst, en worden projecten gecreëerd die hieraan bijdragen. Zo ontwikkelen we concrete handvatten om opdrachtgevers in de bouw te ondersteunen, met bijvoorbeeld prestatiecriteria voor aanbestedingen en financieringsmogelijkheden om biobased gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. We sluiten hierbij aan bij Het Nieuwe Normaal voor circulair bouwen, wat in de markt steeds meer een standaard begint te worden. De begeleiding van het vernieuwersnetwerk biobased bouwen is in 2021 uitgebreid met de transitie-experts van Drift.
Industriële woningbouw betekent dat de woning als compleet seriematig product wordt gezien in plaats van een traditioneel projectgebonden op de bouwplaats samengesteld bouwwerk. Vergaande industrialisatie draagt niet alleen bij aan de primaire doelstelling van sneller woningen bouwen, maar heeft ook andere bijkomende voordelen: minder (stikstof) uitstoot op de bouwlocatie, minder arbeidsinzet per woning, efficiënter gebruik van materialen, circulair bouwen, kwaliteitsverbetering door procesbeheersing, stimulering innovaties in de bouw en processen en verlaging van overlast op de bouwplaats. Door dit vermogen beter te benutten, draagt industriële woningbouw ook bij aan een continue bouwstroom.
Onze inzet is erop gericht opschaling van industriële bouwprojecten en bouwstromen (financieel) te stimuleren. Dit doen we in samenwerking met negen gemeenten (Barendrecht, Delft, Sliedrecht, Rotterdam, Zoetermeer, Alphen aan den Rijn, Leiden, Dordrecht en Den Haag) die ambities hebben rond de inzet van industriële en circulaire woningbouw en samen met negen corporaties in de Haagse regio door de organisatie van een bouwstroom in 2021 en 2022 voor 2.000 woningen. We werken samen met de Bouwcampus, die beschikbaar is om gemeenten te adviseren over de concrete toepassing van industriële bouwprojecten.
Natuurinclusief bouwen
Binnen het domein bouw van het landelijke natuurbeleid participeert de provincie om natuurinclusiviteit in en rond de woning al in een vroeg stadium in het proces te integreren. De Agenda natuur in de stad is in ontwikkeling en zal in samenhang met de maatregelen van klimaatadaptatie en bestendigheid worden uitgevoerd.
Om tot een breed extern netwerk te maken is een Groene Cirkel groene gezonde stad in voorbereiding. Groene Cirkels zijn aanjaagcoalities van marktpartijen, kennisinstellingen en overheid, waarbij vanuit een gemeenschappelijke droom met grote ambities eigen uitvoeringsprogramma’s worden opgezet en andere programma’s gevoed om die ambities dichterbij te brengen. Deze Groene Cirkel wordt gestart vanuit de Groene Cirkelfamilie. Het is onze ambitie dat deze coalitie als buitenboordmotor gaat werken voor natuurinclusieve en toekomstbestendige nieuw- en verbouw, met veel bestuurlijk draagvlak, nieuwe netwerkpartners en extra geldstromen.
Klimaatadapatief bouwen
In 2018 startte in Zuid-Holland een brede publiek-private samenwerking onder de noemer Convenant Klimaatadaptief Bouwen. In het kader van dit convenant zijn verschillende principes uitgewerkt. Om gemeenten te ondersteunen om deze principes in de praktijk toe te passen is sinds juni 2021 een klimaatambassadeur aan de slag, die gemeenten adviseert over de toepassing van klimaatmaatregelen. Het instrumentarium dat we voor het convenant hebben ontwikkeld, is erop gericht om dit zo vroeg mogelijk in het bouwproces mee te nemen en ook financieel in te passen, zodat er later in het proces geen aanpassingen nodig zijn. In vijf pilots bij integrale gebiedsontwikkelingen zal in dit 2021 en 2022 plaatsvinden. Ook zoeken we vanuit het convenant de verbinding met vergelijkbare trajecten in Metropoolregio Amsterdam, regio’s Utrecht en Gelderland.
Bouwen aan een aantrekkelijk stedelijk landschap
De provincie wil de kwaliteit van de stedelijk leefomgeving verhogen voor inwoners, werknemers en bezoekers. Daarom voegen we aan de steeds drukkere steden in Zuid-Holland bijvoorbeeld groen met uitnodigende routes toe. Daarmee maken we een robuuste groenblauwe structuur en dragen we bij aan de biodiversiteit. Ook gaan we rond steden en in het rustige, open landschap de ‘verrommeling’ tegen. Vraagstukken en verbeteringen kunnen klein en groot zijn. De provincie werkt daarom samen met de partners van het stedelijk gebied in verschillende regioprojecten aan realisatie van een aantrekkelijk stedelijk landschap. Dit gebeurt in de geest van de visie van het Landschapspark Zuidvleugel zoals die in 2017 met de toenmalige provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit is ontwikkeld.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We zijn trekker en ambassadeur van de publiek-private samenwerking Convenant Klimaatadaptief bouwen en actief in verspreiding van de ontwikkelde kennis, producten en pilots in deze samenwerking.
- We verkennen hoe we de publiek-private samenwerking verder kunnen uitbouwen, met thema’s als natuurinclusief en circulair bouwen.
- We vragen gemeenten vanuit onze provinciale omgevingsverordening om de risico’s van klimaatverandering mee te nemen als zij een bestemmings-/omgevingsplan opstellen.
- We doen mee aan de Duurzame Huizenroute zodat inwoners in hun eigen wijk inspirerende voorbeelden kunnen bekijken.
- Samen met negen gemeenten werken we aan tien duurzame wijken.
- Een team transitieadviseurs vanuit de provincie ondersteunt onze gemeenten bij de ontwikkeling van TransitieVisies Warmte.
Beleidsdoel 6-3 Afspraken met regio’s
Beleidsprestatie 6-3-1 Afspraken over wonen en werken in de regio en een passend woningaanbod voor alle doelgroepen
Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
De provincie geeft richting aan een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Dit doet zij vanuit haar provinciale belangen. Provinciale belangen komen voort uit wettelijke taken, rijkstaken, Europese verplichtingen en onze eigen provinciale ambities. In de verschillende onderdelen van het omgevingsbeleid worden de specifieke belangen nader uitgewerkt. De belangen zijn de basis voor provinciale meervoudige sturing, die erop gericht is toegevoegde waarde te leveren. De sturing kan variëren van ruimte bieden, samenwerken, tot afspraken maken afdwingen.
Zuid-Holland bestaat uit verschillende gebieden met elk hun eigen opgaven. Specifieke opgaven ontstaan in interactie met de omgeving en hebben elk hun eigen vorm van sturing nodig. De provincie vormt allianties op het schaalniveau van de specifieke opgave. Op verschillende niveaus zijn allianties nodig.
- We werken met partners op lokaal, regionaal, provinciaal en landsdeelniveau en kijken waar nodig ook over landsgrenzen heen. Daarbij is er ruimte voor differentiatie: waar mogelijk, en passend binnen het provinciaal omgevingsbeleid, gaan integrale maatwerkoplossingen boven generieke regels. Dat gebeurt alleen als per saldo sprake is van voldoende positieve ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn de gebiedsprogramma’s, bijvoorbeeld voor de Hoeksche Waard en de Drechtsteden, gebiedsontwikkelingen als de herontwikkeling van het voormalig vliegveld Valkenburg en de Zuidplaspolder, maar ook de regionale visies voor wonen en kantoren. Deze komen elders in deze begroting aan de orde.
- Tegelijkertijd zullen we, waar normerend optreden noodzakelijk is, onze wettelijke bevoegdheden en instrumenten inzetten, zoals zienswijzen en aanwijzingen op bestemmingsplannen.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- We hebben een verbindende positie en treden in overleg met onze partners.
- We hebben kennis van zaken om in te brengen en in netwerken een gezaghebbende rol te spelen.
- We hebben wettelijke bevoegdheden en instrumenten waarmee we keuzes kunnen maken, om ontwikkelingen mogelijk te maken en ongewenste ontwikkelingen tegen te houden.
- De provincie Zuid-Holland werkt actief samen met onder andere gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties aan grote gebiedsontwikkelingen die bijdragen aan de realisatie van de provinciale ambities. De inzet van de provincie is altijd integraal en gericht op verschillende maatschappelijke opgaven. Voorbeelden zijn het gebiedsprogramma Hoeksche Waard, waarbij het behouden en versterken van de vitaliteit centraal staan, Goeree-Overflakkee circulair in 2040, de waterveiligheidsopgave in de Alblasserwaard en de herontwikkeling van het voormalig vliegveld Valkenburg naar (onder andere) woningbouw.
- We bevorderen dat huisvesting voor tijdelijk wonen voor spoedzoekers als arbeidsmigranten, starters, dak- en thuislozen en gescheidenen (flexwonen) wordt opgenomen in de regionale woonvisies.
- In juni 2021 is het programmaplan flexwonen vastgesteld. In 2022 wordt dit verder uitgevoerd. Ook worden de voorstellen uit het programma arbeidsmigranten voor zover nodig opgenomen in het provinciale omgevingsbeleid.
Voor huisvesting van vergunninghouders gaan wij in 2022:
- Toezicht houden volgens het aanvullende beleidskader huisvesting vergunninghouders 2020. Omdat het speelveld erg in beweging is, en de hoeveelheid te plaatsen vergunninghouders is verdubbeld, worden er ook van ons flexibele maatregelen en oplossingen gevraagd. Dit betekent ook iets voor toezicht houden. Daarom gaan wij in 2022 werken aan de herziening van het aanvullend beleidskader huisvesting vergunninghouders, versie 2022. Hiermee willen we interbestuurlijk toezicht nog efficiënter maken, waarbij wij de gemeenten faciliteren met onze data.
Voor wat betreft de toepassing van de huisvestingswet bij het vaststellen van huisvestings- verordeningen gaan wij in 2022:
- Een inventarisatie maken van de aanwezige huisvestingsverordeningen van de gemeenten en een eenduidig kader ontwikkelen om te beoordelen of de regio voldoende doet om schaarste aan woonruimte tegen te gaan en weg te nemen.