Wat mag dat kosten?

Voor diverse onderdelen binnen dit beleidsdoel worden, mede gelet op het huidige incidentele karakter, middelen beschikbaar gesteld voor de komende collegeperiode. Voor de groeiagenda al vanaf 2022: € 0,5 mln
De overige onderdelen hebben betrekking op 2024-2027 (zie meerjarenraming). Dekking ten laste van het begrotingssaldo.

Door nieuwe wettelijke regelgeving met betrekking tot lastneming subsidies provincies worden verleende subsidies met een dossierwaarde tot € 250.000 vanaf 2021 volledig verantwoord in het eerste jaar van besteding, en niet langer gespreid over de jaren van de subsidie looptijd. Dit leidt tot hogere lasten in 2022. Daarnaast zijn de uitgaven van het rijksdeel MIT geraamd op basis van het plafond 2022.

Samen met de desbetreffende actualisatie in de Najaarsnota 2021 leidt dit in 2022 tot een stijging van de lasten met € 0,5 mln. In 2023 en 2024 stijgen de lasten met  resp. € 3,5 mln en € 1 mln. In 2025 is sprake van een daling met € 1,4 mln.Tegenover de hogere lasten staan hogere rijksbijdragen (zie de baten) en mutaties in de reserve. In 2022 en 2023 wordt per saldo € 0,9 mln en € 0,6 mln ten laste van de reserve gedekt. In 2024 en 2025 is sprake van lagere onttrekkingen aan deze reserve van resp. € 0,1 mln en € 1,4 mln.
Het gaat hierbij om een ander jaar waarop de lasten verantwoord worden de benodigde budgetten blijven hetzelfde.

Binnen beleidsdoelen 4.1 en 4.2 wordt in de periode 2022-2023 dekking gevonden voor extra middelen in de periode 2022-2024.  Het betreft een herschikking van middelen van in totaal  € 2 mln.
Voor Beleidsdoel 4.1 betreft het een toevoeging aan circulair van € 0,25 mln in 2022, € 0,5 mln in 2023 en € 0,25 mln in 2024.In 2022 en 2023  is binnen Beleidsdoel 4.1 sprake van herschikking van middelen van in totaal € 1,25 mln en  € 0,25 mln. De herschikking heeft betrekking op Greenports, procesimpulsen en werklocaties.
Dekking binnen Beleidsdoelen 4.1 en 4.2. De fasering over de jaren 2022-2024 verloopt via het begrotingssaldo.   

Een deel van het procesgeld 2021 wordt in de Najaarsnota 2021 gefaseerd naar 2022 (€ 0,4 mln) en 2023 (€ 0,4 mln). Verwacht wordt dat de middelen in het tweede deel van de coalitieperiode nodig zijn voor onder meer de nadere uitwerking van de Nationale Groeiagenda. De fasering verloopt via het begrotingssaldo.

De fasering van de EFRO-lasten wordt in de Najaarsnota 2021 op basis van actuele informatie licht aangepast. Tegenover een verhoging in 2021 staat een verlaging in 2023. Het betreft onder meer de lasten van subsidiedossier 'Polanen' die eerder plaatsvinden. De fasering verloopt via de reserve Interreg- cofinanciering EFRO.

Als gevolg van een administratieve wijziging worden verleende subsidies met een dossierwaarde tot € 250.000 vanaf 2021 volledig verantwoord in het eerste jaar van besteding, en niet langer gespreid over de jaren van de subsidielooptijd. Voor de campus-regeling leidt dit in de Najaarsnota 2021 tot een stijging van de lasten met € 0,8 mln.En een daling van de lasten in 2022 en 2023 met resp. € 0,4 mln en € 0,1 mln. Dekking 2021 uit de reserve versterking Economie.

Enkele subsidieontvangers van de regeling voor regionale gebiedsgerichte projecten hebben looptijd verlenging aangevraagd. Als gevolg daarvan worden de uitgaven in de Najaarsnota 2021 grotendeels gefaseerd naar 2022.
De fasering verloop via de reserve gebiedsgericht werken.   

Bij Voorjaarsnota is € 1 mln extra ter beschikking gesteld voor breed MKB. De middelen zullen, afgaand op de grote behoefte bij gemeenten, volledig worden besteed in 2021. Het budget 2021 wordt daarom in de najaarsnota op orde gebracht. Er wordt € 0,2 mln vervroegd van 2022 naar 2021. De fasering verloopt via het begrotingssaldo.

Voor ACCEZ zijn de uren 2021 van de betrokken universiteiten licht bijgesteld. Er wordt daarom in de Najaarsnota 2021 € 0,2 mln. voorzien in 2022 in plaats van in 2021. De fasering verloopt via de reserve versterking economie.

De ondersteuning aan Fieldlabs- partijen is in verband met de corona-crisis in de loop van 2021 verstrekt. Anders dan ingeschat bij voorjaarsnota, wordt de besteding van het budget in de Najaarsnota 2021 voor € 0,3 mln voorzien in 2022 in plaats van 2021.
Voor Fieldlabs wordt daarnaast ingezet op financiering via middelen uit het Kansen voor West programma, naar verwachting vanaf 2023. Voor de overgangsperiode is € 0,3 mln beschikbaar. in de Najaarsnota 2021 wordt dit gefaseerd naar 2022. De fasering verloopt via het begrotingssaldo (€ 0,3 mln) en via de reserve versterking economie (€ 0,3 mln).

De plannen voor de bouw van het campusgebouw zijn momenteel nog in ontwikkeling. Daarom wordt in de Najaarsnota 2021 € 0,3 mln naar 2022 verplaatst. De fasering verloopt via de reserve versterking economie (€ 0,3 mln).

Voor het project Leerpark Drechtsteden wordt subsidieverlening verwacht in de laatste maanden van 2021. Gezien het tijdstip van deze verlening zal de besteding 2021 nog beperkt zijn. Er wordt in de Najaarsnota 2021 daarom € 0,1 mln verplaatst naar 2023. De fasering verloopt via het begrotingssaldo.

Het Innovatieprogramma voor Zorgtechnologie is in de loop van 2021 uitgewerkt en de subsidie is verleend. Uit de actuele planning blijkt dat het grootste gedeelte van de activiteiten in 2022 plaats vindt. Er wordt in de Najaarsnota 2021 daarom € 0,6 mln verplaatst van 2021 naar 2022. De fasering verloopt via de reserve versterking economie.

Van het budget voor Greenports (€ 3 mln) wordt in de Najaarsnota 2021 een gering deel (€ 0,375 mln) verplaatst naar 2023 als gevolg van de  latere start van het externe innovatieprogramma Agritech. € 0,25 mln van het budget 2021 en € 0,125 mln van het budget 2022. De fasering verloopt via de reserve versterking economie.

Voor de HIC-lijst (het Haven-industrieel complex in Rotterdam) waren voor 2021 de eerste projecten voorzien. Uit de bijgestelde planningen van de partners blijkt dat de start in 2022 plaatsvindt. Daarom wordt het lastenbudget ad € 0,4 mln in de Najaarsnota 2021 verplaatst naar 2022. De fasering verloopt via het begrotingssaldo.

Voor European Digital Innovation Hubs (EDIH) is op basis van eerdere planning € 0,5 mln geraamd voor 2021. Uit de actuele planning blijkt dat in 2022 wordt gestart. De lasten worden in de Najaarsnota 2021 daarom naar 2022 gefaseerd. De fasering verloopt via de reserve versterking economie.

Binnen Beleidsdoelen 4.1 en 4.2 wordt in de periode 2022-2023 dekking gevonden voor extra middelen in de periode 2022-2024.  Het betreft een herschikking van middelen van in totaal  € 2 mln.
Voor Beleidsdoel 4.2 betreft het een toevoeging aan Energie op bedrijventerreinen van € 0,5 mln in 2022 en 2023.
In 2022 is binnen Beleidsdoel 4.2 sprake van een afbouw van in € 0,5 mln op Human Capital.  
Dekking binnen Beleidsdoelen 4.1 en 4.2. De fasering over de jaren 2022-2024 verloopt via het begrotingssaldo.   

Op basis van actuele informatie over de uitvoering van de activiteiten wordt de fasering van de budgetten van erfgoedlijnen en restauraties & herbestemming in Najaarsnota 2021 aangepast. Daarnaast leidt de administratieve wijziging voor verleende subsidies met een dossierwaarde tot € 250.000 ook hier tot een andere fasering van de lasten.
Hierbij worden ook de actuele faseringen van zowel de amendementsmiddelen voor restauratie monumenten (€ 2,8 mln) als voor de Kanjerprojecten betrokken.  
Een en ander leidt tot een daling van de lasten in 2021 met circa € 0,6 mln. In 2022 en 2023 stijgen de lasten met resp. € 2,1 mln en € 0,4 mln. In 2024 en 2025 is sprake van een daling met € 0,9 mln en € 1 mln. De fasering verloopt via de reserves restauraties en herbestemming en erfgoedlijnen.      

In het Besluit tot wijziging van het Maatregelenpakket erfgoedlijnen 2021 van 13 juli 2021 is de restauratie van Hollandia in Vlaardingen opgenomen. Voor deze restauratie is eerder een bedrag van € 63.154 vrijgevallen. Deze middelen worden in 2021 opnieuw ingezet voor dit project via het Maatregelenpakket erfgoedlijnen 2021 om zo dit project alsnog te realiseren. Dekking 2021 ten laste van de begrotingsruimte.   

Vanaf 2022 wordt jaarlijks € 2 mln aan het budget voor restauratie van rijksmonumenten toegevoegd. Dekking voor de toevoegingen in 2022 en 2023 (totaal € 4 mln) vindt plaats vanuit bestaand budget binnen Beleidsdoel 4.3.  In de jaren 2021, 2022 en 2023 worden daarom diverse posten verlaagd.
In 2021 wordt € 0,3 mln gedekt, voornamelijk vanuit het budget voor het archeologisch depot. In 2022 (€ 0,9 mln) en 2023 (€ 2,8 mln) komt de dekking voornamelijk uit budgetten voor archeologisch depot, erfgoedlijnen, toerisme, publieksbereik archeologie en groot onderhoud molens.
Vanaf 2024 dekking ten laste van de begrotingsruimte.

De fasering van de MIT uitgaven wijzigt in de begroting 2022 als gevolg van een administratieve wijziging. Daarnaast zijn de uitgaven van het rijksdeel MIT geraamd op basis van het plafond 2022. Dit leidt tot hogere rijksbijdragen in de jaren 2022 (€ 2 mln), 2023 (€ 3,5 mln) en 2024 (€ 1,1 mln)
Voor 2021 wordt deze actualisering van de fasering van de MIT-regeling in de najaarsnota verwerkt. Dit leidt in 2021 tot een stijging van de baten (rijksdeel) met € 2 mln.En een daling van deze baten in 2022 van € 2 mln en in 2023 van € 0,6 mln (zie toelichting lasten).

Vanuit de tweede Europese periode voor de subsidieregeling EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) is recent de laatste verlening goedgekeurd. De lasten van de cofinanciering door PZH worden nu ter begroting gebracht. Dit leidt tot een budgetverhoging in 2023 met €0,9 mln en een gelijke verlaging in 2026. Het betreft de subsidie voor 'Polanen' in het Westland. De fasering verloopt via de reserve Interreg- cofinanciering EFRO.

Voor Breed Economie is jaarlijks een bedrag opgenomen van € 4 mln voor de jaren 2024 t/m 2027in totaal € 16 mln. Nadere invulling van projecten volgt. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.

Voor Breed MKB is een stelpost opgenomen van € 1 mln per jaar voor de jaren 2024 en 2025 in totaal € 2mln. Nadere invulling van projecten volgt. Dekking ten laste van het begrotingssaldo.