Toelichting op de heffingen
Verordening op de heffing van de opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting
Op grond van de Provinciewet en de Verordening heffing opcenten heft de provincie opcenten op de hoofdsom van de Motorrijtuigenbelasting (MRB). Dit is de enige algemene belasting die de provincie heft. Op basis van de verordening heffing opcenten heft de provincie Zuid-Holland inkomsten.
De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting zijn de grootste bron van belastinginkomsten voor de provincie. Meer dan 50% van de totale jaarlijkse inkomsten komt uit de heffing van de opcenten Motorrijtuigenbelasting.
Tarief opcenten:
Het opcententarief wordt door Provinciale Staten vastgesteld. Het tarief mag het wettelijk maximum, dat het ministerie van Financiën vaststelt, niet overschrijden. Dit maximum is voor het jaar 2022 vastgesteld op 118,4.
In deze meerjarenbegroting wordt het tarief van de opcenten voor 5 jaar geïndexeerd ten opzichte van het tarief in 2021 (90,4 opcenten). Het tarief stijgt van 91,8 opcenten in 2022 tot 98,2 opcenten in 2026.
Ontwikkeling wagenpark
De opbrengsten van de opcenten wordt bepaald door het tarief maal de grondslag (de hoofdsom van de MRB). De hoofdsom van de MRB wordt beïnvloed door autonome ontwikkelingen zoals bevolkingsgroei en mate van autobezit, maar ook door wettelijke maatregelen zoals vrijstellingen.
De afgelopen jaren is het geregistreerde autobezit in Zuid-Holland gestegen, maar diverse ontwikkelingen kunnen deze trend beïnvloeden. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van leasecontracten, de vrijstellingen op basis van het klimaatakkoord en de eventuele gevolgen van de coronacrisis.
In het klimaatakkoord zijn elektrische personenauto’s tot en met 2024 vrijgesteld van de MRB en daarmee in principe ook van opcenten. Vanaf 2025 betalen EV’s conform dit voorstel ook MRB (afhankelijk van mogelijke stelselwijziging).
Doordat het aantal voertuigen in een provincie wordt bepaald door het aantal geregistreerde auto’s door de belastingdienst, kan de stijging van het aantal leasecontracten van invloed zijn op de opbrengst van de opcenten.
Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de opbrengsten in de komende jaren. De verwachting is dat de samenstelling van het wagenpark in Zuid-Holland zal veranderen. Voor de berekening van de totale opbrengst is de aanname gedaan dat de extra maatregelen om elektrisch rijden te stimuleren ertoe leidt dat het aandeel elektrische auto’s in het wagenpark in Zuid-Holland zal gaan stijgen in de komende jaren. Hierdoor zal het huidige wagenpark waarover opcenten geheven kan worden (1,6 miljoen personenauto’s en 0,1 miljoen motoren) langzaam afnemen.
Verordening Precariobelasting Zuid-Holland
De provincie heft Precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. In de bij de Verordening Precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen. In 2019 zijn de tarieven voor de Precariobelasting niet geïndexeerd.
Een wijziging van de verordening wordt afzonderlijk voorgelegd aan Provinciale Staten. Hierin wordt ook ingegaan op de tariefstelling voor 2022.
Legesverordening Omgevingsrecht (Wabo)
Met de inwerkingtreding van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) per 1 oktober 2010 is de provincie bevoegd gezag voor zowel het milieudeel (IPPC/BRZO) als de zogeheten BRIKS (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen) - taken van de omgevingsvergunning voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de milieuwetgeving bevoegd gezag is. De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int voor de aanvragen BRIKS de leges, die hiervoor de kosten moeten dekken. De leges worden conform de Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2021 opgelegd.
De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Provinciale Staten hebben bij het vaststellen van de Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2020 besloten dat het dekkingspercentage 100% dient te zijn .
De opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 7-1. De omzetting van de Wabo naar de nieuwe Omgevingswet, waarvan de inwerkingtreding per 1 juli 2022 is voorzien, heeft op dit moment geen invloed op de tariefstelling.
Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland
Met ingang van 1 januari 2021 is de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland ingevoerd waarbij leges voor de vergunningverlening door de Dienst Beheer Infrastructuur (DBI) worden geheven. De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Uitgangspunt bij de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland 2021 is 100% kostendekkendheid. De opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 2-2.
De kosten worden doorberekend op basis van 100% kostendekkendheid en vastgestelde tarieventabel. Tevens is er voor gekozen kruissubsidiëring toe te passen. Kruissubsidie zorgt voor een verschuiving van de kosten van de burgers naar bedrijven. Hierdoor wordt uiteindelijk 92% van de kosten betaald door bedrijven en 8% door burgers.
Tevens wordt een meldingsplicht voor een viertal activiteiten voor Kabels en Leidingen ingevoerd. De onderwerpen die meldingsplichtig worden zijn ook de minst ‘belastende’ onderwerpen voor de organisatie. Het is dan ook passend dat meldingsplichtige activiteiten, in tegenstelling tot vergunningsplichtige activiteiten, niet legesplichtig zijn.
2021 was het eerste jaar waarin deze leges geïnd werden. Op basis van het in 2021 werkelijke aantal in rekening gebrachte leges, zijn het legestarief en de legesinkomsten in 2022 en verder opnieuw berekend.
Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland
Op grond van de Waterwet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water.
Wet Natuurbescherming
In januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Hiermee zijn diverse taken op het gebied van de natuurwetgeving gedecentraliseerd naar de provincies. Provincie Zuid-Holland heft voor een deel van de taken uit de Wet natuurbescherming leges op grond van Legesverordening Wet natuurbescherming Zuid-Holland 2020.